Geloofd zij de God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren, tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden. Tot een onverderfelijke, en onbevlekkelijke, en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen bewaard is voor u. 1 Petrus 1:3-4
Die in de hemelen bewaard is voor u, die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid” (1 Petrus 1:4-5 SV). Dit zal een van de heerlijkste likeuren zijn voor een christen die zwaarmoedig is: namelijk, dat hij niet door zijn eigen kracht wordt bewaard, maar door de kracht van God, en dat hij niet zichzelf moet behouden, maar door de Allerhoogste wordt behouden. “Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid” (Psalm 73:26 SV). “want ik weet, Wien ik geloofd heb, en ik ben verzekerd, dat Hij machtig is, mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot dien dag” (2 Timotheüs 1:12 SV). Maar neem de leer dat de Heiland Zijn volk zal behouden weg, waar is dan mijn hoop? Wat is er dan nog in het Evangelie dat mijn prediking of uw ontvangst waard is? Ik weet dat Hij heeft gezegd: ‘En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken’ (Johannes 10:28 SV). Maar, Heere, veronderstel dat zij zwak zouden worden – dat zij in hun ellende beginnen te klagen. Zullen ze dan niet omkomen? Nee, ze zullen nooit omkomen. Maar stel dat de pijn zo hevig wordt dat hun geloof zou falen. Zullen ze dan niet omkomen? Nee. “Ze zullen nooit omkomen, noch zal iemand ze uit Mijn hand rukken.” Oh! Dit is de leer, de heerlijke verzekering “In welke gij u verheugt, nu een weinig tijds (zo het nodig is) bedroefd zijnde door menigerlei verzoekingen;” (1 Petrus 1:6 SV).