Want Gij doet mijn lamp lichten. Psalm 18:29
Het kan zo zijn dat onze ziel in donkerheid verkeert. En als dit een geestelijke donkerheid is, dan kan geen menselijke kracht ons licht brengen. Geloofd zij God! Hij kan onze duisternis verlichten en meteen ‘onze lampen doen lichten.’ Zelfs al zijn we omringd door ‘een duisternis die getast kan worden, toch kan Hij het donker op doen klaren en het meteen helder licht rondom ons maken. De genade is dat niemand de lamp kan uitblazen als Hij die aansteekt. Ook zal hij niet uitgaan door gebrek aan olie of vanzelf opbranden door het verstrijken van de tijd. De lampen die de Heere in het begin aanstak, branden nog. De lampen van de Heere kunnen onderhoud nodig hebben, maar Hij doet ze niet uit. Laat ons dan als een nachtegaal in het donker zingen. Verwachting zal ons muziek geven en hoop zal de toon aangeven. Spoedig zullen wij ons verheugen in een lamp die God doet lichten. Je bent nu misschien somber en treurig. Het is misschien het weer of lichamelijke zwakte of de overrompeling van plotselinge zorg. Maar wat er ook voor deze duisternis gezorgd heeft, het is God alleen Die licht zal brengen. Je ogen zijn op Hem alleen. Spoedig zal de lamp van de Heere je beschijnen. En later zal je, op Zijn eigen goede tijd, daar zijn waar je geen kaars of zonlicht nodig heb. Halleluja!