Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Romeinen 8:31
Hij was voor ons, anders zou Hij nooit Zijn Zoon voor ons overgegeven hebben. Hij was voor ons, zelfs toen Hij Zijn eniggeborene verdrukte en het volle gewicht van Zijn toom op Hem legde. Hij was voor ons, hoewel Hij tegen Hem was. Hij was voor ons, toen we door de zondeval te gronde gingen. Hij hield toch van ons! Hij was voor ons, toen wij tegen Hem waren, en ons met hand en tand tegen Hem verzetten. Hij was voor ons, anders zou Hij er nooit voor gezorgd hebben dat we nederig Zijn aangezicht gingen zoeken. Hij is voor ons geweest, door vele worstelingen heen. We hebben ons door ontelbare moeilijkheden heen moeten vechten. We zijn verzocht geweest van buitenaf en van binnenuit. Hoe zouden we stand hebben kunnen houden tot nu toe, als Hij niet met ons geweest zou zijn? Hij is voor ons, laat me het zeggen, met heel de oneindigheid van Zijn hart; met al de almacht van Zijn liefde; met heel Zijn grenzeloze wijsheid. Gekleed in volle pracht met alle eigenschappen die Hem God maken, is Hij voor ons. Eeuwig en onveranderlijk is Hij voor ons. Voor ons als die blauwe luchten opgerold zullen worden als een versleten kleed; voor ons, de hele eeuwigheid door. Dit, kind van God, is voldoende voedsel voor uw gedachten, zelfs als u eeuwen had om het te overpeinzen. God is voor u! Zo God voor u is, wie zal tegen u zijn?