Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Gij zult niet vrezen voor de schrik des nachts. Psalm 91:5
Wat is die schrik? Het kan het geroep zijn dat er brand uitgebroken is, of het gerucht van dieven, of ingebeelde verschijningen, of het geschrei over plotselinge ziekte of dood. We leven in een wereld van dood en ellende en we kunnen dus zowel ’s nachts als overdag verwachten, dat we door rampen overvallen worden. Daarvan moeten we niet opkijken, want wat de verschrikking dan ook wezen mag, de belofte voor de gelovige is, dat hij niets te vrezen heeft. Waarom zou hij? Laten we het wat persoonlijker stellen: waarom zouden wijvrezen? God, onze Vader, is aanwezig en zal ook in onze eenzaamheid met ons zijn. Hij is de almachtige Wachter, een Bewaker Die niet sluimert, een trouwe Vriend. Zonder Zijn wil kan ons niets gebeuren, want zelfs de hel zelf staat onder Zijn heerschappij. De duisternis is niet te donker voor Hem. Hij heeft beloofd een vurige muur rondom Zijn volk te zijn, en wie zou daar doorheen kunnen breken? Wereldse mensen hebben alle reden om bang te zijn, want boven hen staat een vertoornd God. Ze worden aangeklaagd door een schuldig geweten en onder hen grijnst een gapende hel hen aan. Maar wij, die onze rust in Jezus gevonden hebben, worden door de rijkdom van Zijn genade van dit alles verlost. Als we ons overgeven aan dwaze angst, onteren wij onze belijdenis en brengen we er anderen toe te gaan twijfelen aan de realiteit van de godzaligheid. We behoren bang te zijn, of te worden, als we zo dwaas zijn om door ons wantrouwen de Heilige Geest te bedroeven. En daarom, weg verachtelijke voorgevoelens en ongegronde angsten, God is niet vergeten genadig te zijn en Hij heeft Zijn goedertierenheid niet opgeschort. Het mag dan nacht zijn in de ziel, maar er is geen reden voor angst, want de God van liefde verandert niet. De kinderen van het licht kunnen wel in het donker lopen, maar daarom zijn ze nog niet verworpen. Nee, ze zijn nu in staat om te laten zien dat ze aangenomen zijn door op hun hemelse Vader te vertrouwen, zoals de huichelaars dat niet kunnen.