Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Gij die wedergeboren zijt, niet uit vergankelijk maar uit onvergankelijk zaad. 1 Petrus 1:23
Petrus vermaande de verstrooide gelovigen zeer ernstig, elkander “vurig lief te hebben uit een rein hart”, en de beweegredenen daartoe ontleende hij niet aan de wet, noch aan de wijsbegeerte, maar met veel wijsheid aan de verhevene, goddelijke natuur, die God zijn volk heeft ingeplant. Evenals een verstandig opvoeder van jonge prinsen zich moeite zou geven om een koninklijke geest en een waardig gedrag bij hen op te wekken en aan te kweken, terwijl hij daartoe de drangredenen zou vinden in hun positie en hun afkomst, zo zegt Petrus tot het volk van God, waarin hij erfgenamen der heerlijkheid, prinsen uit vorstelijk bloed, afstammelingen van de Koning der koningen, de edelste en oudste aristocratie van de aarde aanschouwt: “Hebt elkander lief, om uw adellijke geboorte, uit onvergankelijk zaad; om uw stamboom, want gij zijt van Gods geslacht, die de Schepper is van alle dingen; en om uw eeuwige bestemming, want gij zult nimmer voorbijgaan, ofschoon de heerlijkheid van het vlees zal verwelken, ja ophouden te bestaan.” Het zou goed zijn, indien wij in de geest van de ootmoedigheid, de waardigheid van onze herstelde natuur erkenden, en dienovereenkomstig leefden. Wat is een Christen? Wanneer gij hem met een koning vergelijkt, dan voegt hij de priesterlijke wijding bij de koninklijke waardigheid. Het Koningschap van een vorst bestaat soms alleen in zijn kroon, maar bij de Christen is het in zijn natuur ingeweven. Hij is evengoed boven zijn medemensen verheven door zijn nieuwe geboorte, als een mens boven het redeloos dier, dat vergaat. Zeker behoorde hij zich in al zijn handelingen te gedragen als een, die niet tot de menigte behoort, maar uit de wereld is uitverkoren, uit vrije genade geroepen, opgeschreven onder het “verkregen volk”, en die dus niet als de anderen in het stof kunnen kruipen, noch leven naar de wijze van de burgers van deze wereld. Laat de waardigheid van uw natuur en de heerlijkheid van uw uitzichten, gelovigen in Christus, u nopen om heilig te leven, en zelfs de schijn des kwaads te vermijden.