En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw. Genesis 3:15
De profetie die in een feit is veranderd, is de komst van de Kampvechter. Die Kampvechter is de Heere Jezus Christus. De profeet Micha zegt: ‘En gij, Bethlehem Efratha, zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israël, en Wiens uitgangen zijn vanouds, van de dagen der eeuwigheid. Daarom zal Hij henlieden overgeven, tot de tijd toe, dat zij, die baren zal, gebaard hebben Op niemand anders kunnen de woorden van deze profetie betrekking hebben dan op het Kindeke, Dat te Bethlehem uit de gezegende maagd werd geboren. Zij was het, die zwanger werd en een Zoon baarde. Het is van die Zoon, dat wij zingen: ‘Een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst.’ Toen in die gedenkwaardige nacht te Bethlehem de engelen zongen, verscheen het Zaad der vrouw. En niet zodra Hij het licht zag, of de oude slang, de duivel, ging in tot het hart van Herodes om het Kindeke te doden. Maar de Vader behoedde het Kindeke en liet niet toe dat Hem kwaad overkwam. De strijd die de Heere Jezus heeft gestreden, wordt voortgezet door Zijn zaad. Wij prediken Christus en Die gekruisigd, en iedere getrouwe prediking doet de poorten van de hel beven. Door de macht des Geestes brengen wij zondaren tot Jezus, en iedere bekeerde is als een steen, die van de muren van de sterke vesting van de satan wordt losgerukt. Ja, de dag zal komen, dat de boze geheel zal zijn overwonnen en verslagen. De dag zal komen dat het woord van Johannes in de Openbaring in vervulling zal gaan: ‘En de grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, welke genaamd wordt duivel en satan, die de gehele wereld verleidt, hij is, zeg ik, op de aarde geworpen, en zijn engelen zijn met hem geworpen. En ik hoorde een grote stem, zeggende in de hemel: Nu is de zaligheid, en de kracht, en het Koninkrijk van onze God, en de macht van Zijn Christus; want de verklager van onze broederen, die hen verklaagde voor onze God dag en nacht, is neergeworpen.’ De Heere God heeft dus in de woorden van onze tekst een Kampvechter beloofd, die het Zaad der vrouw zou zijn, tussen welk Zaad en de satan voor eeuwig krijg zou heersen. Die Kampvechter is gekomen, de ‘mannelijke Zoon’ is geboren. De draak is vergrimd op de vrouw en voert ook krijg tegen haar zaad, die het getuigenis hebben van Jezus Christus, maar toch is de krijg des Heeren. Hij zal overwinnen, Hij Wiens Naam is Getrouw en Waarachtig, en Die oordeelt en krijg voert in gerechtigheid.