Maar gij zijt gekomen tot de berg Sion, en de stad des levenden Gods, tot het hemelse Jeruzalem, en de vele duizenden der engelen; tot de algemene vergadering en de Gemeente der eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, de Rechter over allen, en de geesten der volmaakte rechtvaardigen. Hebreeën 12:22-23
Toen Jezus Christus kwam om Zijn tempel te bouwen, vond Hij geen enkele berg waarop Hij die kon bouwen; Hij vond geen berg in onze natuur; Hij moest een berg zoeken in Zichzelf, en de berg waarop Hij Zijn kerk gebouwd heeft, is de berg van Zijn eigen, onveranderlijke genegenheid, Zijn eigen sterke liefde, Zijn eigen almachtige genade en onfeilbare waarachtigheid. Dit is de berg waarop de kerk is gebouwd, en hierop is de fundering gegraven en zijn de grote stenen gelegd met eden en beloften en bloed, zodat ze hecht verankerd zijn, hoewel de aarde dan mag beven en de schepping vervallen. Als u God wilt vinden, Hij woont op iedere heuveltop en in iedere vallei; God is overal in de schepping; maar als u een bijzondere openbaring van Hem wilt zien, als u wilt weten wat de verborgen plaats van de tabernakel van de Allerhoogste, de binnenste kamer van Zijn goddelijkheid is, dan moet u naar de kerk van ware gelovigen gaan, want hier maakt Hij Zijn blijvende woning bekend – in de harten van de nederigen en boetvaardigen en die beven voor Zijn Woord. Iedere gemeente is voor de Heere kostelijker dan een sterrenstelsel aan de hemel. Zoals Hij kostelijk is voor Zijn heiligen, zo zijn zij kostelijk voor Hem.