De HEERE nu had tot Abram gezegd: Ga gij uit uw land, en uit uw maagschap, en uit uws vaders huis, naar het land, dat Ik u wijzen zal. Genesis 12:1
Er was een lange periode voorbijgegaan zonder dat God gesproken had. De mens leek aan zichzelf overgelaten en aan de afgoden overgeleverd. Maar aan het rijk der genade was geen einde gekomen en daarom bepaalde de Heere Zichzelf te openbaren en Zijn dienst in de wereld te vestigen voordat de lamp Gods helemaal zou uitgaan. Hij zou Zichzelf openbaren aan de vader van een geslacht en met hem een verbond sluiten. Hij zou aan hem de grote dingen openbaren die Hij Zich voorgenomen had te doen in de volheid van de tijd en Hij zou hem gebieden die openbaring aan zijn kinderen door te geven van geslacht tot geslacht. De Heere besloot dat volk inzettingen te geven en een vastgestelde organisatie, waarbij de waarheid door voorbeelden en symbolen en door de geheiligde uitspraken van godzalige mannen onderwezen moest worden. Op dit moment werkt God in veel opzichten op dezelfde manier in de wereld door Zijn kerk. Een kerk is een vergadering van geroepenen. De ware kerk bestaat uit mensen die geroepen, gelovig en verkoren zijn. Zij zijn uit het midden van de mensen verlost en ze zijn onder hun medemensen door daadwerkelijke genade geroepen. Praktisch gezien is bekering het gevolg van die roeping. ‘Ga gij uit uw land.’ Het is een herhaling van dat onderzoekende woord: ‘Ga uit het midden van haar en scheid u af, zegt de Heere, en raak niets aan dat verontreinigd is.’ De kerk is een herhaling van het legerkamp van Abram in het midden van Kanaän. Het is het deel van de Heere onder de mensheid en het houdt zich aan Zijn woorden. De kerk van de levende God is de pilaar en de grond van de waarheid; en het is Gods voornemen om in Zijn kerk een thuis voor Zijn Evangelie te vinden tot de genadetijd afgesloten zal worden en de Rechter Zijn troon zal bestijgen.