Wie heeft ooit de zee eentonig genoemd? Zelfs voor de zeeman, die haar het hele jaar bevaart, is er altijd iets nieuws in het kabbelen van de golven, in het schuim van de branding, in de door de wind opgezweepte baren en in het zachtjes op elkaar volgen van de golven. Wie heeft ooit geklaagd over de weinige afwisseling door de zon teweeggebracht? Wat maakt het uit of zij ’s morgens dezelfde paarden voorspant, en dezelfde gouden stralen uit haar wagens neerzendt, opstijgt naar de bovenste delen van de hemel en dan weer haar blinkende paarden naar het westen keert? Of wie onder ons zou met tegenzin willen verklaren dat hij van brood walgt? Vandaag, morgen, overmorgen eten wij het; jaren lang hebben wij het gegeten, toch komt dit nooit vervelende voedsel steeds op onze tafel en blijft het brood de staf des levens.
Breng al deze dingen over op de verborgenheden van het leven. Als Christus uw voedsel en geestelijk brood is, als Christus uw zon en uw hemels licht is, als Christus de zee van de liefde is, waarin uw hart zich baadt en waarin u al uw vreugde vindt, is het onmogelijk dat u, als christen over eentonigheid kunt klagen. ”Hij is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid,” en toch behoudt Hij altijd het sieraad van de jeugd. Hij is als het manna in de gouden kruik, dat altijd hetzelfde bleef, maar ook gelijk aan het manna, dat iedere morgen opnieuw uit de hemel viel. Hij is als de staf van Mozes, die niet veranderde, maar ook als de staf van Aaron, die uitbot en bloeit en amandelen voortbrengt.