Wanneer wij het voorrecht hebben te eten van het brood dat Jezus geeft, dan zijn wij verzadigd met het rijke en zoete maal. Wanneer Jezus de Gastheer is, gaat geen gast leeg van de tafel. Ons hoofd is verzadigd met de kostbare waarheid die Christus openbaart; ons hart is tevreden met Jezus, onze hoop is bevredigd, want wie hebben wij in de hemel buiten Jezus? Ons verlangen is verzadigd, want wat kunnen wij meer wensen dan “Christus te kennen en in Hem gevonden te worden?” Jezus vervult ons geweten, totdat het in volmaakte vrede is; ons oordeel met de zekerheid van Zijn leer; ons geheugen met herinneringen aan wat Hij heeft gedaan, en onze verbeelding met de vooruitzichten van wat Hij nog zal doen.