Hij heeft dengenen, die Hem vrezen, spijs gegeven; Hij gedenkt in der eeuwigheid aan Zijn verbond. Psalm 111:5
Als je God vreest, hoef je niet bang te zijn voor gebrek. Tijdens al deze lange jaren heeft de Heere altijd voedsel gevonden voor Zijn kinderen. Of zij nu in de wildernis waren, bij de beek Krith, in de gevangenis of in hongersnood. Tot hiertoe heeft de Heere je dag aan dag brood gegeven. Je hoeft er niet aan te twijfelen dat Hij je zal blijven voeden, totdat je niet meer nodig hebt. Hij zal nooit stoppen met het geven van de hogere en grotere zegeningen van het genadeverbond, als je dat nodig hebt. Hij denkt eraan dat Hij het verbond gemaakt heeft en Hij handelt nooit alsof Hij het betreurt. Hij denkt eraan als je Hem uitdaagt om je te vernietigen. Hij denkt eraan om je lief te hebben, je te onderhouden en je te troosten, omdat Hij Zich verplicht heeft om dat te doen. Hij denkt aan elke jota en tittel van Zijn verplichtingen, omdat Hij nooit toelaat dat een van Zijn woorden op de aarde valt. Je kunt God op een vreselijke manier vergeten, maar Hij denkt genadig aan jou. Hij kan Zijn Zoon niet vergeten, Die de Borg van het verbond is. Ook kan Hij Zijn Heilige Geest niet vergeten, Die het verbond ten uitvoer brengt, noch Zijn eigen eer, die onlosmakelijk aan het verbond verbonden is. Daarom staat het fundament van God vast. Geen gelovige zal Zijn goddelijke erfenis verliezen, die hem toekomt door een zoutverbond.