En Mozes zeide tot de HEERE: Waarom hebt Gij aan Uw knecht kwalijk gedaan, en waarom heb ik geen genade in Uw ogen gevonden, dat Gij de last van dit ganse volk op mij legt. Numeri 11:11
God moet Zijn handelen met ons uitleggen door Zichzelf aan ons te openbaren, want Zijn wegen zijn voor ons dikwijls verborgen. De Heere bracht Farao ertoe Israël met grote gestrengheid te behandelen en ze moesten hem dienen in harde dienstbaarheid. Hoe kon Israël weten dat God achter dit alles zat? Maar de Heere bracht op die manier Zijn plan om Zijn uitverkoren volk uit Egypte te voeren, ten uitvoer. Het moeilijkste was niet Farao ertoe te brengen Israël te laten gaan, maar Israël ertoe te brengen dat ze bereid waren het vruchtbare land Egypte te verlaten. Zij leefden in overvloed in het land Gosen en ze aten alle lekkernijen van Egypte. Als ze met rust gelaten zouden zijn, zouden ze nooit naar Kanaän hebben willen trekken. Hoe konden de Israëlieten begrijpen dat de ruwe behandeling die ze van Farao ondergingen, bedoeld was om hen van Egypte los te maken en hen bereid te maken om zelfs de woestijn in te trekken om aan die tiran te kunnen ontsnappen, als God hun dat Zelf niet uitlegde? Zelfs toen Hij Farao met al Zijn plagen had getroffen en de Egyptenaren hen graag lieten vertrekken, hoe konden ze toen begrijpen dat God hen leidde naar de oever van de Rode Zee? Hoe konden ze weten dat de weg van de Heere door de zee was en Zijn pad door grote wateren? Met een verheven hand en een uitgestrekte arm voerde de Heere Zijn volk uit, maar ze begrepen Zijn wonderen in Egypte niet tot Hij hun verscheen en zei: ‘Ik ben de Heere, uw God, Die u uit Egypte, uit het diensthuis heb uitgeleid. Gods handelingen met Zijn volk zijn dikwijls zo verborgen dat ze die niet kunnen begrijpen, totdat zij Hem zelf kennen.