Hij zal de lammetjes in Zijn armen bijeenbrengen en in Zijn schoot dragen.(Jesaja 40:11)
Lees verder Nehemia 13:23—27.
Er is nog een andere kudde in de wereld — de kudde van de duivel. Het is niet makkelijk voor een Christelijke man om zich met de wereld te associëren zonder de invloed van de wereld te voelen. De ergste vorm van een slechte associatie is een huwelijk zonder God. Ik ken niets wat meer voldoening geeft dan te zien dat onze broeders en zusters in het geloof met God wandelen, verenigd worden in het huwelijk en dat ze allebei de Heere liefdevol vrezen. Het is een prachtige vertoning. Het zal zeker een middel zijn om de kerk op te bouwen met een generatie die de Heere zal vrezen. Maar het is een hele vruchtbare bron van verwoesting voor gemeenteleden wanneer een jonge man of een jonge vrouw een goddeloze vriend of vriendin kiest. Ze kunnen daar nooit Gods zegen over verwachten. Ze vertellen je soms dat ze het middel willen zijn voor de bekering van hun vriend of vriendin. Ze hebben geen recht om zoiets te hopen, het komt zelden voor. Het is waarschijnlijker dat de goddeloze de ander meesleept naar zijn niveau dan dat de goddelijke de ander tot haar niveau op zal heffen. We zijn bang, zeg ik, voor de lammetjes, want we zien sommigen die zo ernstig waren als ze konden en hun Heer en Meester lief leken te hebben, maar een andere liefde kwam op hun pad en waar zijn ze nu? Misschien ziet het huis van God ze niet langer, het theater en de balzaal geeft hen nu vreugde. Als we aan zulke gevallen denken beven we voor de lammetjes, en we verheffen ons hart in gebed tot God voor hen, dat ze bewaard mogen blijven
Ter overdenking
We zeggen, “zo wijs als Salomo,” maar er was geen groter dwaas als het over het huwelijk ging. Hij moet een verschrikkelijke waarschuwing zijn voor elke Christen die een huwelijk overweegt met een ongelovige (1 Koningen 11:1-11). Sommige Joden slaagden er niet in om naar de waarschuwing te luisteren (Nehemia 13:26) en sommige Christenen denken dat ze het beter weten dan God. “Vorm geen ongelijk span met ongelovigen” (1 Korinthe 6:14).
Preek 540, 15 november 1863