Juicht, gij hemelen! en verheug u, gij aarde! en gij bergen! maakt gedreun met gejuich; want de Heere heeft Zijn volk vertroost, en Hij zal Zich over Zijn ellendigen ontfermen. Jesaja 49:13
Zo heerlijk zijn de vertroostingen van de Heere, dat niet alleen de heiligen ervan zullen zingen, maar dat zelfs ook de hemel en de aarde het lied zullen aanheffen. Er is heel wat voor nodig om een berg te laten zingen. En toch roept de profeet een koor van hen op. Libanon en Sirion en de hoge heuvels van Basan en Moab, hij wil hen allen laten zingen vanwege de genade van Jezus aan zijn eigen Sion. Kunnen wij er ook niet voor zorgen dat onze bergen van moeilijkheden, beproevingen, moeite en arbeid gelegenheden worden tot lof voor onze God? “Maak gedreun met gejuich, gij bergen!” Dit woord van belofte, dat onze God barmhartigheid heeft over Zijn verdrukte, is met een heleboel klokkengeluid verbonden. Hoor hun muziek – “Zing!” “verheug u!” “maakt gedreun met gejuich.” De Heere wil Zijn volk gelukkig hebben door Zijn onfeilbare liefde. Hij wil ons niet verdrietig en twijfelachtig hebben. Hij vraagt van ons de aanbidding van een gelovig hart. Hij kan ons niet in de steek laten, waarom zouden we zuchten of mopperen alsof Hij dat wel zou doen? Oh, ik wilde wel dat ik een goed ingestelde harp had! O, een stem zoals die van de cherubim voor Gods troon!