Kom, mijn Liefste, laten wij naar buiten gaan, het veld in, laten wij overnachten in de dorpen. Laten wij vroeg opstaan om naar de wijngaarden te gaan om te zien of de wijnstok uitloopt, of de knoppen zich hebben geopend, of de granaatappelbomen gaan bloeien. Daar zal ik U mijn liefde geven. (Hooglied 7:11—12)
Lees verder Lukas 10:38—42.
Sommige mensen denken dat je Christus niet kunt dienen en tegelijkertijd actief gemeenschap met Hem kunt hebben. Ik denk dat ze het erg mis hebben. Ik moet bekennen dat het makkelijk is om de positie van Martha in te nemen en veel bezig te zijn in het dienen. Je kunt hier en daar zo vaak moeten preken in een week, zo veel commissie’s bijwonen, zieken bezoeken en zo veel andere dingen doen dat je, als je niet oppast, je eigen innerlijke leven versnipperd door uiterlijke bezigheden. Ik denk echter niet dat daar een andere reden voor is dan je eigen dwaasheid. Het is zeker dat iemand die niets doet toch levenloos wordt in geestelijke dingen. Maria werd niet geprezen omdat ze stil zat, nee, ze werd geprezen omdat ze stil aan Jezus voeten zat. En zo moeten Christenen niet geprezen worden als ze hun taken verwaarlozen, alleen omdat ze teruggetrokken leven en veel thuis zijn. Het is niet het zitten maar het zitten aan Jezus voeten wat geprezen wordt. Als Martha stilgezeten had of als Maria ergens anders gezeten had, dan twijfel ik er niet aan of de Meester hen terecht gewezen had. Hij zou nooit gezegd hebben dat alleen stilzitten het goede deel was. Sterker nog, ik weet dat sommigen van jullie niet beter maar slechter worden van stilzitten. Want zij die niks doen worden bitter, ze zijn altijd bereid om een gebrek te vinden in de manier waarop anderen Christus dienen. Denk daarom niet dat elke activiteit in zichzelf slecht is, ik geloof dat het een zegen is. Kijk naar de kerk van Christus en je zult zien dat zij die de grootste gemeenschap hebben met Christus niet de mensen zijn die kluizenaars zijn en veel tijd hebben om alleen door te brengen maar het zijn de nuttige onvermoeide arbeiders die zwoegen voor Jezus.
Ter overdenking
Toewijding aan God en Zijn Woord is geen alternatief voor Christelijke dienstbaarheid. Toewijding moet tot actie leiden, actie moet voortkomen uit toewijding (Jozua 1:8; Daniel 11:32; 2 Timotheüs 3:16—17).
Preek 605, 18 december 1864