Deze ontvangt de zondaars” niet opdat zij zondaars blijven, maar Hij ontvangt hen opdat Hij hun zonden vergeeft, hen rechtvaardigt, hun hart reinigt door Zijn reinigend woord, hun zielen bewaart door de inwoning van de Heilige Geest, en hen in staat stelt Hem te dienen, Zijn lof uit te dragen en gemeenschap met Hem te hebben. In de liefde van Zijn hart ontvangt Hij zondaars, haalt hen uit de duisternis, en draagt hen als juwelen in Zijn kroon; plukt hen als brandhout uit het vuur, en houdt hen in stand als kostbare monumenten van Zijn barmhartigheid. Niemand is zo kostbaar in Jezus’ ogen als de zondaars voor wie Hij stierf.