Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden. (Mattheüs 5:9)
Lees verder Romeinen 12:14—21.
Dit is de zevende zaligspreking. Het getal zeven verbergt altijd een geheim. Het was het getal van volmaaktheid onder de Hebreeën en het lijkt erop dat de Verlosser de vredestichter daar geplaatst heeft omdat hij daar de volmaakte mens nadert in Christus Jezus. Hij die volmaakte gelukzaligheid wil hebben, voor zo ver daar hier op aarde van genoten kan worden, moet zich inspannen om deze zevende zegen te verkrijgen, hij moet een vredestichter worden. Het voorgaande vers spreekt over de gelukzaligheid van de “reinen van hart, want zij zullen God zien.” Het is goed dat we dit begrijpen. We moeten eerst rein zijn en vervolgens vreedzaam. Onze vredelievendheid moet nooit samen gaan met zonde of verbonden zijn aan het kwaad. Als dat zo is in onze ziel dan kunnen we doorgaan met vredelievendheid tot de mensen. Niet minder lijkt het volgende vers daar bewust te zijn neergezet. Hoe vreedzaam we ook zijn in deze wereld, we zullen verkeerd voorgesteld en begrepen worden. Geen wonder, want zelfs de Vredevorst in zijn vredelievendheid bracht het vuur op de aarde. Hij, hoewel Hij de mensen liefhad en geen kwaad deed, “was veracht, de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, bekend met ziekte” (Jesaja 53:3). Om de vreedzamen van hart niet te laten schrikken als ze de vijand ontmoeten is het volgende vers toegevoegd: “Zalig zijn zij die vervolgd worden om de gerechtigheid, want van hen is het Koninkrijk der hemelen.” De vredestichters worden dus niet alleen gezegend verklaard maar ze worden omringd met zegeningen. Heere, geef ons de genade om naar die zevende zaligheid op te klimmen!
Ter overdenking
Ben jij een vredestichter of een onruststoker (Jacobus 3:16—18)? Hoewel het stichten van vrede niet alleen afhankelijk is van de individuele Christen (Romeinen 12:18), moeten wij er toch alles aan doen (Romeinen 14:19).
Preek 422, 8 december 1861