Selecteer een zoekfilter
Zoek in titel
Zoek in inhoud

De schatkamer van David

22 juli | Bijbels Dagboek De Schatkamer Van David

1 Een gebed van David. HEERE! neig Uw oor, verhoor mij; want ik ben ellendig en nooddruftig. 2 Bewaar mijn ziel, want ik ben Uw gunstgenoot, o Gij, mijn God! verlos Uw knecht, die op U betrouwt. 3 Zijt mij genadig, HEERE! want ik roep tot U den gansen dag. 4 Verheug de ziel Uws knechts; want tot U, HEERE! verhef ik mijn ziel. 5 Want Gij, HEERE! zijt goed, en gaarne vergevende, en van grote goedertierenheid allen, die U aanroepen, HEERE! 6 HEERE! neem mijn gebed ter ore, en merk op de stem mijner smekingen. 7 In den dag mijner benauwdheid roep ik U aan, want Gij verhoort mij.

Wanneer onze gebeden schuchter zijn vanwege onze ootmoed, of zwak door onze ziekte, of krachteloos door onze verslagenheid, zal de Heere er bukkend naar reiken, de oneindig verheven Jehova zal er acht op slaan. Het geloof durft, wanneer het de verhevenste naam van God in de mond neemt, en Hem Jehova noemt, van Hem toch de meest tedere en tegemoetkomende daden van liefde te vragen. Groot als Hij is, heeft Hij graag dat Zijn kinderen vrijmoedig tegenover Hem zijn. Onze nood is een krachtige reden voor de Heere God om ons te horen, in Zijn genade en goedgunstigheid, want ellende is altijd het beslissende argument voor genade.

De godvruchtigste mensen kunnen niet zonder genade, zij doen een beroep op genade, en op niets anders dan genade. Zij hebben het voor zichzelf nodig, en verlangen het vurig van hun God omdat het voor hen noodzakelijk is. Is er niet een belofte dat de aanhouder wint? Mogen wij dan ons aanhouden niet gebruiken als argument bij God? Hij die elke dag bidt, en de hele dag, zoals het woord ook kan betekenen, mag ervan verzekerd zijn dat de Heere hem zal horen ten dage van zijn benauwdheid. Als wij soms tot een mens riepen, of tot andere instanties waarop wij valselijk vertrouwden, zouden we kunnen verwachten dat wij in de ure van onze rampspoed naar hen worden verwezen; maar als wij alle vorige keren op de Heere alleen gezien hebben, mogen wij er zeker van zijn dat Hij ons nu niet in de steek zal laten.

Kijk naar Davids argumenten in zijn smeekbede: eerst dat hij arm en nooddruftig was, vervolgens dat hij de geheiligde van de Heere was, toen dat hij Gods knecht was en had leren vertrouwen op de Heere, en ten slotte dat hij geleerd had de ganse dag te bidden. Dit zijn voorzeker zulke heilige argumenten dat iedere beproefde gelovige ze kan gebruiken als hij worstelt met een gebeden horend God, en met zulke wapens kan de meest benauwde smekeling hopen het pleit te winnen.

Dit was de grote reden waarom de psalmist alleen op de Heere zag voor zijn vreugde, want elke vreugdebrengende eigenschap is bij Jehova alleen volmaakt aanwezig. Sommige mensen die als oprecht beschouwd willen worden, zijn in die mate en met zoveel zelfverheffing verontwaardigd over onrecht dat hun door anderen is aangedaan, dat zij hen niet kunnen vergeven. Maar we kunnen gerust aannemen dat, hoe oprechter iemand is, hoe meer hij bereid is tot vergeving, en de Oprechtste en Opperste van allen is altijd bereid de overtredingen van Zijn schepselen teniet te doen. God kent Zijn genade niet toe uit een karige voorraad, die misschien zo is geslonken dat hij helemaal uitgeput raakt; maar Hij schenkt de oneindige rijkdom van Zijn genade uit een hoorn des overvloeds. Zijn goedheid vloeit in rijke stromen diegenen toe die bidden en in aanbiddende verering Zijn naam hulde bewijzen.

Overweging:

David geloofde dat de Heere een levende en machtige God is, en ook nog eens de enige God, en op grond daarvan besloot hij Hem in elk moment van nood aan te roepen.

Dag gemist? Bekijk hier het hele Dagboek.

Welkom Terug!

Log hieronder in op uw account

Maak een nieuw account!

Vul de onderstaande formulieren in om te registreren op Het Spurgeon Archief

Haal uw wachtwoord op

Voer uw gebruikersnaam of e-mailadres in om uw wachtwoord opnieuw in te stellen.