De stem des HEEREN is met heerlijkheid. Psalm 29:4 Verder lezen: Hebreeën 1:1-4
In een bepaald opzicht kan Jezus Christus de Stem van God genoemd worden, want u weet dat Hij in de Schrift regelmatig het Woord van God wordt genoemd; en ik ben er zeker van dat dit Woord ‘vol van heerlijkheid’ is. De Stem en het Woord zijn in grote mate aan elkaar gelijk. God spreekt: het is Zijn Zoon. Zijn Zoon is het Woord, het Woord is Zijn Zoon en de Stem is Zijn Zoon. En zeker is de Stem, het Woord van God, ‘vol heerlijkheid.’ Engelen, jullie kunnen vertellen welk een verheven majesteit Zijn gezegende Persoon vertoonde toen Hij aan de rechterhand van Zijn Vader regeerde. Jullie kunnen vertellen wat de heerlijkheid was die Hij aflegde om mens te worden. Jullie kunnen vertellen hoe sprankelend die kroon was, hoe machtig die scepter was, hoe heerlijk die met de sterren getooide klederen waren. Geesten die Hem zagen toen Hij Zich van al Zijn heerlijkheid ontdeed, jullie kunnen vertellen wat Zijn heerlijkheid was. En o verheerlijkten, jullie die Hem in de hoogte zag opvaren terwijl Hij de gevangenis gevangen voerde, geliefde zangers die voor Hem buigen en onophoudelijk Zijn lof bezingen, jullie kunnen vertellen hoe vol heerlijkheid Hij is. Jullie zien Hem hoog boven alle overheden en machten zitten. Engelen zijn slechts als dienaren aan Zijn voeten, en de machtigste heersers als kruipende wormen onder aan Zijn troon. Daar in de hoogte, waar God alleen regeert, verheven boven het gezicht van engelen of de blikken van onsterfelijke geesten, daar zit Hij; niet alleen maar majesteitelijk, maar vol majesteit. Christen, bemin je Zaligmaker. Bemin de Zoon van God. Vereer Hem en bedenk bij alle tijden en gelegenheden dat hoe gering je ook bent, jouw Zaligmaker met Wie je verenigd bent, het Woord van God, wezenlijk is en vol heerlijkheid.
Ter overdenking
De Heere Jezus Christus is vol van genade en waarheid (Joh. 1:14). In Hem woont de volheid van de Godheid lichamelijk (Col. 1:19; 2:9). Het zou een onthutsende gedachte moeten zijn dat iedere christen van Zijn volheid ontvangen heeft (Joh. 1:16; Ef. 1:22 en 23).
Preek nr. 87