Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Morgen”
De laatste Adam… 1 Korinthe 15:45
Jezus is het Hoofd van Zijn gemeente en het Hoofd van het verbond. Iedere mens van vlees en bloed heeft persoonlijk deel aan Adam, omdat hij de vertegenwoordiger van het menselijke geslacht was. Maar Jezus is de tweede Adam, en elke verloste ziel is één met Hem. Het nieuwe verbond is een verbond van liefde. In dit verbond is Jezus de Borg en de Plaatsvervanger van hen die uitverkoren zijn. Paulus leert ons dat Levi nog in het lichaam van zijn vader Abraham was, toen Melchizedek hem tegemoet ging. Zo is het een waarheid dat de gelovigen nog in het lichaam van de Middelaar Jezus Christus waren, toen het genadeverbond werd gesloten. Wat Christus gedaan heeft, heeft Hij voor Zijn hele gemeente gedaan. Zij is Zijn lichaam. Wij werden in Hem gekruisigd en met Hem begraven, en om het nog wonderlijker te maken, lezen we in Efeze 2 dat wij met Hem zijn opgewekt en in de hemelse gewesten gezet zijn. Zo is de gemeente aangenomen ‘in de Geliefde’. Zo kan de rechtvaardige Jehova genieten van Zijn gemeente. Hij ziet haar aan in Jezus, en kijkt niet naar haar zoals zij los van haar Hoofd is. Christus Jezus houdt niets voor Zichzelf. Hij is de gezalfde Verlosser van Israël, maar alles wat Hij heeft en bezit, is voor Zijn gemeente. Adams gerechtigheid was de onze, zolang hij haar behield; zijn zonde werd de onze, op het moment waarop hij ze beging. Op dezelfde manier is alles wat de tweede Adam doet of is, het onze, omdat Hij onze Vertegenwoordiger is. Dit is het fundament van het genadeverbond. Het genadige werk van vertegenwoordiging en plaatsvervanging is de werkelijke grondslag van het Evangelie van onze zaligheid. Wij horen dit met een vast geloof en met grote blijdschap aan te nemen. Justinus de Martelaar riep uit: ‘O gezegende ruil! O liefelijke verwisseling!