Doch Hanna antwoordde en zeide: Neen, mijn heer, ik ben een vrouw bezwaard van geest. 1 Samuël 1:15
Na het verdriet van Hanna kwam er niet alleen antwoord op haar gebed, maar er kwam ook nog genade bij dat antwoord. Ik denk dat Hanna geen geschikte moeder voor Samuël was geweest als ze niet vóór alle dingen ‘bezwaard van geest’ was geweest. De opvoeding van een jonge profeet kan niet aan iedereen worden toevertrouwd. Menige dwaze vrouw heeft een dwaas van haar kind gemaakt: het was zozeer haar troetelkindje, dat er niets van terechtkwam. Er is een wijze vrouw nodig om een wijze zoon op te voeden. Daarom beschouw ik Samuëls eminente karakter en zijn geweldige loopbaan voor een heel groot deel als de vrucht van het verdriet van zijn moeder, een vergelding voor haar smart. Hanna was een wijze moeder, en dat was heel wat. Haar denken bracht haar tot overgave. Ze had maar heel weinig tijd om haar jongen op te voeden, want hij verliet haar vroeg om de kleine rok te gaan dragen, en te dienen voor de Heere. Maar in die spanne tijds heeft ze haar werk grondig gedaan, want het kind Samuël heeft de Heere gediend vanaf de dag dat zij het naar de tempel van God bracht. In vele van onze huizen hebben we die mooi getekende plaat van een biddend kind – en ik twijfel er niet aan dat dit precies het beeld is geweest van de jonge Samuël. Ik vind het mooi om aan hem te denken met dat kleine kleed aan, en die linnen lijfrok, en hem dan plechtig te zien aankomen, een kind als dienaar van God, om te helpen bij de tempeldienst.