En gij, Bethlehem Efratha, zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israël. Micha 5:1
Over Bethlehem wordt gezegd dat het klein is om te wezen onder de duizenden van Juda. Waarom is dat? Omdat Jezus Christus altijd bij de kleinen is. Hij werd geboren in wat klein was onder de duizenden van Juda: niet op Basans hoge berg, niet op de koninklijke berg van Hebron, niet in de paleizen van Jeruzalem, maar in het bescheiden, en toch vermaarde Bethlehem. Er is een tekst in Zacharia die ons een les leert. Daar staat dat de Man op het rode paard tussen de mirten stond. Nu groeien mirtebomen onder aan een heuvel, en daar rijdt de Man op het rode paard altijd. Hij rijdt niet op de top van de berg; Hij rijdt bij hen die nederig van hart zijn. Ik woon bij dien, die van een verbrijzelde en nederige geest is en voor Mijn woord beeft. Hier zijn vanmorgen een paar kleinen, klein onder de duizenden van Juda. Niemand heeft ooit uw naam gehoord, hè? Als u begraven zou zijn en uw naam op de steen zou staan, zou er nooit aandacht aan worden geschonken. Die er langs liepen zouden misschien zeggen: De naam zegt me niets, ik heb hem niet gekend. U weet niet veel over uzelf en denkt niet veel van uzelf. Christus ligt niet in grote harten, maar in kleine. Machtige en trotse geesten krijgen Jezus Christus niet: Hij komt door een lage deur binnen, maar door een hoge wil Hij niet. Hij geneest niet de vorst en de koning, maar de gebrokenen van hart, en Hij verbindt hen in hun smarten. Liefelijke gedachte. Hij is de Christus van de kleinen.