Terecht heeft Melanchton gezegd: „De oude Adam is te sterk voor de jonge Melanchton.” Een kind zou evengoed kunnen proberen om Simson te dwingen als ik om te proberen een zondaar tot het kruis van Christus te leiden. Ik zie de grote berg van menselijke verdorvenheid en onaandoenlijke onverschilligheid, maar door het geloof roep ik: „Wie zijt gij, o hoge berg? Voor het aangezicht van Zerubbabel zult gij worden tot een vlak veld” (Zach. 4:7). Onbekeerde, onverzoende, onwedergeboren mannen en vrouwen. Ik moet u dwingen in te komen. Vergun mij allereerst u op de grote weg van de zonde aan te spreken, om u nog eens opnieuw mijn boodschap mee te delen.
De Hemelkoning zendt u een genadige uitnodiging. „Zo waarachtig als ik leef, zegt de Heere, Ik heb geen lust in de dood van de stervende, maar veelmeer daarin, dat hij zich bekeert tot Mij en leeft.” „Komt dan en laat ons tezamen richten, zegt de Heere; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol”. (Jes.1:18). Vergun mij u te zeggen wat de Koning voor u heeft gedan. Hij kende uw schuld. Hij voorzag, dat ge uzelf te gronde zoudt richten. Hij wist dat Zijn gerechtigheid uw bloed zou eisen, en opdat deze moeilijkheid kon worden ontgaan, opdat aan Zijn gerechtigheid volkomen mocht worden voldaan, en opdat gij zalig zoudt kunnen worden, dáárom is Jezus Christus gestorven.