In de buurt van waterbeach lag een dorpje waar veel verkeerde dingen gebeurden. De meeste mensen die er woonden, misschien wel allemaal, hielden zich voortdurend bezig met zondige slechte dingen. Ooit had er een Methodisten kerk gestaan. Maar de zondige inwoners van het dorp hadden de gemeenteleden gedwongen om weg te gaan. Er wordt gezegd dat er niet één gelovige was overgebleven. Spurgeon wilde dat alle mensen over de Heere Jezus zouden horen. En hij wist dat grote zondaren een grote Zaligmaker nodig hebben. Hij besloot met enkele vrienden uit de kerk naar het dorp toe te gaan. Op de een of andere manier hadden de mensen in het dorp al gehoord dat de mannen onderweg waren. Wat zouden ze doen? Zouden ze hen welkom heten? Nee, in plaats daarvan zochten de mensen stenen, waarmee ze Spurgeon en zijn christelijke vrienden wilden bekogelen. Maar, voordat ze de eerste steen hadden gegooid hoorde ze de dominee roepen: “Ik ben toch zo blij dat jullie die Methodisten weggestuurd hebben. Ze zouden vast alleen maar verkeerde dingen gepreekt hebben”. Dat jullie hen het dorp uitgejaagd hebben, laat zien dat jullie verstandige mensen zijn.
De dorpbewoners waren zo verrast door wat Spurgeon zei, dat ze hun stenen lieten vallen en luisteren naar wat hij te zeggen had. Hij was er niet op uit om kritiek te leveren op de Methodisten. Maar hij wilde gewoon de aandacht van de mensen zien te krijgen, dat lukte op deze manier. Toen vertelde hij hun over de Zaligmaker. Als ze naar Hem toe zouden gaan en al hun zonden aan hem zouden belijden, zou Hij hen vergeven, wat ze ook gedaan hadden en hoe donker hun harten ook mochten zijn. Spurgeon ging nog verschillende keren naar dat dorp terug, en binnen een paar maanden was de plaats totaal veranderd doordat veel van de inwoners tot inkeer waren gekomen. Ze waren bekeerd en begonnen een nieuw leven. Het dorp dat zo slecht was geweest, werd een dorp waar velen Jezus lief hadden, en waar de mensen een christelijk leven leiden. De Heere kan mensen veranderen, en soms verandert Hij in korte tijd veel mensen tegelijk. Dat deed Hij ook in de tijd van het Oude Testament. Hij stuurde Zijn profeet Jona naar de slechte stad Ninevé. Jona waarschuwde mensen voor Gods oordeel als zij zich niet bekeerde. ‘En de lieden van Ninevé geloofden aan God; en zij riepen een vasten uit en bekleedden zich met zakken, van hun grootste af tot hun kleinste toe’. God werkte in hun harten. In het Nieuwe Testament bekeerde de Heere op één dag ook heel veel mensen. Weet jij hoeveel, en wanneer gebeurde dit?