En de HEERE bracht een omkeer in het levenslot van Job, toen hij gebeden had voor zijn vrienden. (Job 42:10) Lees verder 1 Samuel 12:19—25.
Hoe bewijs je je liefde voor Christus of Zijn gemeente als je niet voor mensen wilt bidden? “Wij weten dat wij zijn overgegaan uit de dood in het leven, omdat wij de broeders liefhebben (1 Johannes 3:14). Als we de broeders niet liefhebben, zijn we nog dood. Ik beweer dat iemand de broeders niet liefheeft als hij niet voor hen bidt. Dat is het minste wat je kunt doen, en als het minste je niet kunt, lukt het grotere je zeker niet. Je hebt de broeders niet lief tenzij je voor hen bidt, anders ben je nog dood in zonden en misdaden. Mag ik vragen hoe je kunt verwachten dat je eigen gebeden beantwoordt zullen worden als je nooit voor anderen pleit? Zal de Heere niet zeggen, “Egoïstische stakker, je klopt altijd op mijn deur maar je smeekt altijd om je eigen welvaart en nooit om het welzijn van de ander. Aangezien je nooit een zegen gevraagd hebt voor de minste van Mijn broeders, zal Ik ook jou geen zegen geven. Je hebt de heiligen niet lief, je hebt je medemens niet lief, hoe kunt je Mij dan liefhebben terwijl je Mij nooit gezien hebt. Hoe zal Ik jou dan de zegen geven die je van Mij vraagt?” Broeders, nog eens roep ik je ernstig op om voor anderen te bidden want hoe kun je een Christen zijn als je niet voor anderen bidt? Christenen zijn priesters, maar wat is een priester als hij zijn offer niet aanbiedt? Christenen zijn lichten, maar hoe kunnen zij lichten zijn als ze het voor anderen niet lichter maken? Christenen zijn in de wereld gezonden zoals Christus in deze wereld is gezonden, maar ben je dan wel zo’n gezonden Christen als je niet net als Christus voor anderen bidt? Christenen worden niet alleen zelf gezegend, maar in hen zullen alle volken van de aarde gezegend worden. Maar hoe kan dat als je niet niet eens voor hen bidt?
Ter overdenking
De Christen moet bidden voor andere Christenen (Efeze 6:18), ook degenen die lijden (Handelingen 12:5), die spreken (Efeze 6:19–20) en de zieken (Jacobus 5:16). In onze gebeden moet ook plaats zijn voor onze vijanden (Mattheüs 5:44), zij die nog verloren zijn (Romeinen 10:1) en voor de politieke leiders (1 Timotheüs 2:1–2). Hoe gezond is jouw gebedsleven?
Preek nr. 404, 9 augustus (gepreekt op 11 augustus 1861)