Toen werd Jezus van de Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht te worden van de duivel. Mattheüs 4:1
Bedenk, dat verzoeking niet per definitie tot zonde brengt. Dat was niet zo in het geval van onze Heere, want Hij is net als wij in alle dingen verzocht geweest, doch zonder zonde. Wat Hem in Zijn leven op aarde mogelijk was, kan Hij, bij Wie alle dingen mogelijk zijn, ook mogelijk maken voor u. Denk maar aan het voorbeeld van Jozef. Ook al werd hij op een vuile manier in de verleiding gebracht, toch was hij er niet minder oprecht om. Iemand die verzocht wordt, hoeft dus niet te zondigen, want God, Die toelaat dat de verzoeking komt, zal, mét de verzoeking, een weg banen om te ontkomen, opdat de mens die zal kunnen dragen. Iemand kan midden in een smeltoven van verzoeking wandelen, en toch zal niet eens de reuk van het vuur aan hem zijn. Hij kan in de kracht Gods door het geloof bewaard worden tot de zaligheid, en te midden van de heftigste verzoekingen net zo bewaard blijven als wanneer hij leefde in een sfeer die voor zijn genadegaven heel profijtelijk was. Een kind van God wordt misschien buitengewoon en nadrukkelijk verzocht – en toch kan God het voor de zonde bewaren. We zien hier dat de Heere niet alleen verzocht werd, maar dat Hij verzocht werd door de duivel, door hem die van alle verleiders de grootste kracht en de meeste behendigheid heeft. Hoewel de aartsverleider Christus met een uiterst subtiele verleiding confronteerde, heeft Hij hoe dan ook in geen enkel opzicht toegegeven. Zo mag u ongedeerd, als het ware onder de klauwen van de hel uit, voortgaan, beschut en ondersteund door de soevereine en almachtige genade Gods.