En het zal geschieden dat ter plaatse, waar tot hen gezegd zal zijn: Gijlieden zijt Mijn volk niet; tot hen gezegd zal worden: Gij zijt kinderen des levenden Gods. Hosea 1:10
Soevereine genade kan vreemdelingen tot zonen maken, de HEERE verklaart hier hoe Hij met rebellen wil omgaan. Hij laat hen weten wat Hij gedaan heeft. Geliefde lezer, de HEERE heeft dit ook gedaan in mijn geval, heeft Hij het ook voor jou gedaan? Laat ons dan de handen en harten verenigen bij het aanbidden van Zijn heerlijke Naam. Sommigen van ons waren zo beslist goddeloos dat het Woord van de Heere duidelijk tot het geweten en ons hart zei: “Gijlieden zijt Mijn volk niet.” In de samenkomsten van de gemeente, in onze woningen en toen we de Bijbel lazen, was dit de stem van Gods Geest in onze ziel die zei: “Gijlieden zijt Mijn volk niet.” Het was echt een verdrietige, veroordelende stem. Maar nu, op dezelfde plaatsen, uit dezelfde bediening van de Schrift, horen we een stem die zegt: “Gij zijt kinderen des levenden Gods.” Kunnen we hier ooit dankbaar genoeg voor zijn? Is het niet geweldig? Geeft het ons geen hoop voor anderen? Wie is er buiten het bereik van de almachtige genade? Hoe kunnen we wanhopen voor iemand, als de HEERE zo’n geweldige verandering in ons heeft gedaan? Hij die Zich aan deze ene grote belofte heeft gehouden, zal Zich ook aan elke andere houden. Laat ons dan onze weg vervolgen met liederen van aanbidding en vertrouwen.