Verblijdt u in de Heere te allen tijde; wederom zeg ik: verblijdt u. Fil. 4:4
Blijdschap verdrijft onenigheid. Zie hoe onze tekst volgt als een geneesmiddel tegen een geval van onenigheid in de gemeente, (Fil. 4:1,2).
Blijdschap is een hulp tegen de beproevingen van het leven. Vandaar dat zij genoemd wordt als een toebereiding voor de rust van het geloof, die bevolen wordt in (Fil. 4:6).
I. De zegening geboden. “Verblijdt u.”
1. Zij is liefelijk: als de blijdschap komt, viert onze ziel haar jubelfeest.
2. Zij openbaart zich naar buiten. Zij is meer dan vrede; zij schittert, glanst en zingt. Waarom ook niet. Blijdschap is een vogel; laat hem vliegen in de vrije open lucht en laat zijn muziek door alle mensen worden gehoord.
3. Zij is opwekkend en spoort hem, die haar bezit aan tot moedige daden.
4. Zij is invloedrijk ten goede. Door de blijdschap van de heiligen worden de zondaren aangetrokken tot Jezus. Met een lepel vol honing vangt men meer vliegen dan met een heel vat azijn.
5. Zij is aanstekelijk. Door onze blijdschap worden anderen verblijd.
6. Zij is geboden. Zij is niet overgelaten aan onze keuze, maar ons tot een plicht gesteld.
Het is ons even goed geboden ons te verblijden als de Sabbat te houden.
Zij is ons geboden, omdat blijdschap ons God gelijkvormig maakt.
Zij is ons geboden, omdat zij ons nuttig is.
Zij is ons geboden, omdat zij goed is voor anderen.
II. De blijdschap nader bepaald. “In de Heere.”
1. Ten opzichte van de sfeer. “In de Heere.” Dat is de heilige cirkel, waarin eens Christens leven doorgebracht moet worden.
2. Met betrekking tot het voorwerp. “In de Heere.” Wij moeten ons verblijden in de Heere God, Vader, Zoon en Geest.
Wij moeten ons verblijden in de Here Jezus, gestorven, opgestaan uit de doden, enz.
Niet in tijdelijke, persoonlijke, politieke of geldelijke zaken.
Niet in bijzondere voorrechten, die grotere verantwoordelijkheid mee brengen.
Zelfs niet in godsdienstige voorspoed. “Verblijdt u daarin niet, dat de geesten u onderworpen zijn, maar verblijdt u veel meer, dat uw namen geschreven zijn in de hemelen,” (Luk. 10: 20).
Niet in ons zelf en hetgeen wij doen, (Fil. 3:3).
III. De aangewezen tijd. “Ten alle tijde.”
1. Als gij u in niemand anders kunt verblijden, zo verblijd u in God.
2. Als gij u kunt verblijden in andere dingen, zo heilig ze allen door blijdschap in God.
3. Als gij u tevoren niet hebt verblijd, zo begin u thans te verblijden.
4. Als gij u reeds lang hebt verblijd, zo houd er geen ogenblik mee op.
5. Als anderen met u zijn, tracht hen dan in die richting te leiden.
6. Als gij alleen zijt, geniet dan ten volle van deze blijdschap.
IV. De nadruk, die op het gebod gelegd is. “Wederom zeg ik, verblijd u.”
Paulus herhaalt zijn vermaning.
1. Om hun zijn liefde te tonen. Hij verlangt vurig, dat zij zijn blijdschap zullen delen.
2. Om op de moeilijkheid te wijzen van voortdurende blijdschap. Hij beveelt tweemaal, omdat wij traag zijn om te gehoorzamen.
3. Om er de mogelijkheid van te verklaren. Bij nadenken voelt hij, dat hij de vermaning gevoegelijk kan herhalen.
4. Om op de belangrijkheid van die plicht te wijzen. Wat gij ook mogt vergeten, herinner u, dat gij u altijd behoort te verblijden.
5. Om persoonlijk getuigenis te billijken. “Wederom zeg ik, verblijdt u,”
Paulus verblijdde zich. Hij was gewoonlijk in een gelukkige gemoedstoestand.
Deze brief aan de Filippensen is in het bijzonder vol van blijdschap.
Zien wij hem door. Van het begin tot het einde is de apostel verblijd:
Hij maakt het gebed liefelijk door blijdschap: (Fil. 1:4). Hij verblijdt zich dat Christus wordt gepredikt: (Fil. 1:18). Hij wenste te leven om de gemeente te verblijden: (Fil. 1:25. Het was zijn blijdschap de leden eensgezind te zien: (Fil. 2:2). Het was zijn blijdschap niet vergeefs gelopen te hebben. (Fil. 2:16). Zijn afscheidswoord aan hen was: “Verblijdt u in de Heere”: (Fil. 3:1). Hij spreekt van hen, die zich verblijden in Christus Jezus. (Fil. 3:3). Hij noemt zijn bekeerlingen zijn blijdschap en kroon: (Fil. 4:1).
Hij drukt zijn blijdschap uit over hun vriendelijkheid: (Fil. 4:4, 10,18).
Laat ons dit voor al onze vrienden als een zegenspraak gebruiken: “Verblijdt u in de Heere.”
Dit is slechts een keurige manier van te zeggen: Wees gelukkig! of Vaarwel!