Gij hebt gehoord, dat ik tot u gezegd heb: ik ga heen en kom weer tot u. Indien gij mij liefhadt, zo zou gij u verblijden, omdat ik gezegd heb: ik ga heen tot de Vader; want mijn Vader is meerder dan ik. Joh. 14:28
Jezus gebruikt de liefde van zijn discipelen voor Hem als een middel om hen te vertroosten in hun droefheid over zijn heengaan.
Hij doet een beroep op het warmste gevoel van hun hart, ten einde hen te bezielen met moed.
Het is goed, als de genade beginselen in ons hart gelegd heeft, welke een bron zijn van vertroosting.
O gezegende Meester, Gij spreekt immer met het doel om onze blijdschap te verhogen.
Laat ons uit onze tekst leren:
I. Dat wij er naar moeten streven om alle dingen te beschouwen in het licht van Christus.
1. Hij ziet de dingen in hun geheel. Hij zegt niet slechts “Ik ga heen,” maar ook, “Ik kom weer tot u.”
2. Hij ziet door de dingen heen. Hij zegt niet: “Ik sterf,” maar Hij ziet verder en zegt: “Ik ga heen tot de Vader.”
3. Hij ziet de ware betekenis van de dingen. Op zichzelf waren de gebeurtenissen, die stonden plaats te hebben, treurig, maar zij zouden leiden tot zalige gevolgen. “Indien gij mij liefhadt, zo zou gij u verblijden.”
Om de feiten te zien in zijn licht, moeten wij in Hem zijn, in Hem leven, Hem gelijkvormig worden en Hem in het bijzonder al meer en meer liefhebben.
II. Dat onze liefde uit moet gaan naar zijn Persoon.
“Indien gij mij liefhadt.” Alles wat aan Hem is, is beminnenswaardig, maar Hij zelf is geheel begeerlijk. (Hoogl. 5:16).
1. Hij is de Bron van alle weldaden, die Hij schenkt.
2. Hem liefhebbende, bezitten wij Hem en dus ook zijn weldaden.
3. Hem liefhebbende, zullen wij zijn weldaden te meer waarderen.
4. Hem lief hebbende, sympathiseeren wij met alles wat Hij doet.
5. Hem liefhebbende, hebben wij, om zijn wil, zijn volk lief.
6. Hem liefhebbende, zullen wij, om zijn wil, allerlei terugstoting verdragen.
7. Hem liefhebbende, heeft de Vader ons lief. (Joh. 14:23).
8. Hem liefhebbende, zijn wij aan Hem gehuwd.
Liefde is de ware en sterke huwelijksband, waardoor de ziel met Christus is verenigd.
Liefde voor een persoon is de meest ware van alle gemoedsbewegingen.
Liefde voor een persoon is de invloedrijkste van alle beweegredenen.
Liefde voor een persoon is, in dit geval, de natuurlijkste van alle genegenheden en die de meeste voldoening schenkt.
III. Dat onze smart onze liefde niet in twijfel moet stellen.
En toch heeft de Heere ten opzichte van de discipelen met recht gezegd: “Indien gij mij liefhadt.”
Hij zou met droefheid hetzelfde kunnen zeggen tot ons-
1. Als wij buitensporig bedroefd zijn om het verlies van schepselen
2. Als wij vanwege zware beproevingen tegen zijn wil mopperen.
3. Als wij, omdat wij in grote moeilijkheden zijn en geen uitkomst zien, zijn wijsheid wantrouwen.
4. Als wij vrezen te sterven en ons dus onwillig betonen om met onze Heere te zijn. Gewis, indien wij Hem liefhadden, dan zouden wij ons verheugen om met Hem te zijn.
5. Als wij klagen vanwege degenen, die van ons zijn weggenomen om met Hem te zijn. Behoorden wij ons niet te verblijden, dat Jezus in hen “ziet van de arbeid van zijn ziel” en dat zijn gebed verhoord is: “Vader, ik wil, dat waar ik ben, ook die bij mij zijn, die Gij mij gegeven hebt?” (Joh. 17:24).
IV. Dat onze liefde ons moest laten juichen vanwege de verhoging van de Heere, al is dit dan ook ten koste van ons persoonlijk verlies.
1. Het was voor de discipelen blijkbaar een verlies dat onze Heere tot de Vader ging; en even zo zijn er bedelingen, die wij een verlies voor ons kunnen achten-
Als wij beproefd worden door verlating van de ziel, terwijl Christus in onze schatting wordt groot gemaakt. Als wij beproefd worden en Hij door onze smart wordt verheerlijkt. Als wij achteruit worden gesteld en de uitkomst of het gevolg daarvan is, dat het Evangelie wordt verbreid.
Als wij tot welzijn van anderen van voorrechten worden beroofd. Als wij al lager en lager zinken in onze eigen schatting, maar het koninkrijk van God komt met kracht.
2. Het was voor de Heere een groot gewin om tot de Vader te gaan
Aldus heeft Hij het veld van het lijden voor altijd verlaten. Aldus heeft Hij de heerlijkheid weer aangenomen, die Hij had afgelegd. Aldus heeft Hij de heerlijkheid ontvangen, die Hem door de Vader was toegezegd. Aldus werd Hij voor zijn kerk en zijn zaak op de troon gesteld.
Het zal goed voor ons wezen om meer te zien op onze liefde dan op onze blijdschap en door onze liefde onze blijdschap te verwachten.
Het zal goed voor ons wezen te weten, dat kleinheid van liefde het verstand kan benevelen en dat toenemen in liefde ons beide wijzer en gelukkiger kan maken.
Onze Heere moet in alles de eerste zijn, zelfs in de geestelijke blijdschap en zielverlustiging, waaromtrent het geoorloofd kan schijnen persoonlijke wensen te koesteren.