Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen. Mattheüs 20:28
Om Zijn ziel te geven. Wij hebben geen ziel, geen leven te geven. Ons leven hebben we verbeurd, het is aan de Goddelijke gerechtigheid onderworpen. Christus had leven van Zichzelf, leven dat Hij volstrekt niet op grond van enige verplichting aan God te danken had. Hij had niet gezondigd, maar heeft wel Zijn leven gegeven. Christus stierf volkomen vrijwillig. Zoals Hij vrij was om al dan niet te komen, stond Hij onder geen enkele dwang om Zijn leven te geven. Hij heeft dat gedaan – en wel uit eigen beweging. Het grote oogmerk van Zijn komst naar deze aarde was: het geven van Zijn leven. Lees de tekst nog maar eens: ‘Gelijk de Zoon des mensen niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen.’ Onze Heere Jezus is niet in deze wereld gekomen om een voorbeeld te zijn en meer niet; of alleen maar om de Godheid aan de kinderen der mensen te openbaren. Hij kwam om een plaatsvervangend offer te brengen. Smarten die ons begrip, en nog veel meer een beschrijving overstijgen, hebben Zijn ziel gekweld. Hij heeft gezegd: ‘Mijn ziel is geheel bedroefd tot de dood toe.’ Hij was als een prachtige druiventros die in de wijnpers werd gelegd – en de voeten van de eeuwige wraak hebben Hem vertreden totdat de heilige wijn van Zijn verzoenend bloed wegstroomde om de kinderen der mensen te behouden. Hij gaf Zijn ware ‘Ik’, Zijn gehele ‘Ik’, Zijn ziel, Zijn leven en heel Zijn wezen om een losprijs te zijn voor de kinderen van Adam.