Honderddertig jaar geleden, op 31 januari 1892, om 23.05 tijdens een sterrenrijke zondagavond, verliet Ds. C.H. Spurgeon de aardse kusten en ademde voor het eerst hemelse lucht in. De hemel in het Franse Mentone was die nacht ongewoon helder. Spurgeons vrouw, die zesendertig jaar met Charles getrouwd was geweest, stond naast Spurgeon’s privé secretaris, Joseph W. Harrald. Terwijl ze naar de planeten Jupiter en Venus keek, vroeg ze: “Ik vraag me af wat hij nu van die planeten vindt?” Harrald antwoordde: “Als ze bewoond zijn, heeft hij aan de Heere gevraagd of hij ze mocht bezoeken, zodat hij daar het Evangelie kan prediken.”
De laatste dagen
De gebeurtenissen, voorafgaand aan Spurgeon’s laatste dagen op aarde, zijn nauwkeurig vastgelegd. Er werd geen tijd verspild om de zieke Spurgeon naar een warmer klimaat te brengen in de hoop op zijn herstel. Op 26 oktober 1891 vertrokken ze naar Zuid-Frankrijk. De heer en mevrouw Spurgeon, Ds. James A. en mevrouw Nellie Spurgeon (broer en schoonzuster), en Joseph W. Harrald staken het Engelse Kanaal over totdat zij aan land kwamen en in Calais op een luxe trein naar Mentone, Frankrijk, stapten. De reis werd betaald door verschillende vrienden, waaronder Joseph Passmore, zijn uitgever. Het was een reis van ongeveer 780 mijl. Eenmaal aangekomen, checkten ze in in hetzelfde hotel waar Spurgeon altijd verbleef als ze in Mentone waren: kamernummer 14 in Hotel Beau-Rivage. Mevrouw Spurgeon beschreef dat hij intens genoot van hun wandellingen en lange ritten die zij samen maakten. Het was precies wat hij nodig had in die laatste dagen.
Op 20 januari 1892 zou C. H. Spurgeon zijn laatste rit maken. Later die avond kreeg hij een jichtaanval en ging vroeg naar bed. Hij zou nooit meer opstaan uit dat bed. Hij zei tegen Harrald: “Mijn werk zit erop.” Maar niemand wilde dit geloven. Susannah zei, dat de laatste drie maanden samen, “een tijd van volmaakt aards geluk was, voor God hem tot Zich nam naar het ‘zoveel betere‘ van Zijn Eigen heerlijkheid en aanwezigheid”. Susannah is door haar ziekte nooit in staat geweest om naar dit mooie deel van Frankrijk te reizen omdat ze soms lange tijd bedlegerig was. In Gods voorzienigheid, niet wetende dat dit zijn laatste dagen zouden zijn, stond hij Susannah, omdat zij gezond genoeg was, toe om deze lange reis te maken zodat zij bij hem kon zijn. Drie maanden lang zou het hun “aardse paradijs” zijn. De eenvoudige hotelkamers werden door Mevr. Spurgeon en Mevr. Thorne (Susie’s assistente) met decoraties ingericht om het comfortabel en vertrouwder te maken.
Overlijden
Spurgeon raakte afwisselend buiten bewustzijn en zou twaalf dagen later, op 31 januari 1892, bij zijn Heere en Heiland zijn. Het was een pijnlijke realiteit want zij hadden gehoopt op zijn volledig herstel. Maar het mocht niet zo zijn. Om 23:05 uur blies Spurgeon zijn laatste adem uit. De aanwezigen in de kamer knielden en dankten voor het leven dat hij mocht leiden. Mevr. Spurgeon, Mevr. Thorne, Mr. Allison, Mr. Harrald, Mr. Samuel, en Dr. Fitzhenry waren aanwezig. Het gebed van Mevr. Spurgeon was opmerkelijk. Hoewel bedroefd, dankte zij God voor de “schat die zo lang aan haar geleend was”. Er werd een telegram naar hun zoon Ds. Thomas Spurgeon, in Nieuw Zeeland gestuurd. Er stond eenvoudigweg, “Vader in de hemel. Moeder berust.” In Londen werd de kerkenraad van de Metropolitan Tabernacle op de hoogte gebracht. De aankondiging van Spurgeon’s overlijden werd aan de buitenkant van de Tabernacle doormiddel van pamfletten bekendgemaakt. Dit was niet het nieuws waar ze op gehoopt hadden.
In de lange dagen die zouden volgen, zou het plannen van de uitvaart nog niet eenvoudig lijken. Het heeft veel tijd gekost om het lichaam van Charles terug naar Londen te halen. Spurgeon heeft eens gedacht dat hij in Mentone begraven zou worden, maar dat idee heeft hij laten varen. Daarna wilde hij begraven worden op het terrein van het weeshuis, maar die plannen gingen niet door toen de elektriciteitsmaatschappij roet in het eten gooiden. Ergens voor Spurgeon’s laatste reis naar Mentone, ging hij met een vriend naar Norwood Cemetery en zag een plekje in de hoek van de begraafplaats. Het stelde maar weinig voor. Spurgeon besloot dat dit de plek moest worden waar hij begraven zou worden. Echter, terug in Londen nam zijn broer, Ds. James A. Spurgeon een andere beslissing, omdat hij vond dat zijn broer een meer opvallende plek moest krijgen. Daarom koos hij de plek waar hij nu begraven ligt.
Het graf was bedoeld voor zes familieleden, maar alleen Charles en Susannah zijn er begraven. Ergens na zijn begrafenis zou een borstbeeld van zijn gezicht op het mausoleum worden geplaatst. Het werd zo bevestigd dat het in de richting van het Metropolitan Tabernacle zou kijken. In die tijd (1892) kon op een heldere dag de Metropolitan Tabernacle vanaf de heuveltop worden gezien. Vele jaren na Spurgeon’s dood zou de plek waar hij begraven wilde worden, “Spurgeon’s corner” worden genoemd. Verscheidene personen die met de jonge Spurgeon samenwerkten, zouden daar hun rustplaats vinden: Mr. William Higgs, Mr. William P. Olney, en verscheidene anderen. Niet ver van die plek ligt ook zijn zoon Thomas Spurgeon begraven.
Voorbereidingen en herdenkingen in Mentone
In Mentone werden voorbereidingen getroffen om zijn stoffelijk overschot terug naar huis te brengen. Het lichaam bleef tot en met maandag 1 februari in het hotel. Dr. Fitzhenry kwam die ochtend om 10 uur naar het Beau-Rivage Hotel om de doodsoorzaak vast te stellen. Uit verschillende plaatsen kwamen bloemen die rond het bed werden neergelegd en er werd een laken over hem heen gelegd. Een journalist van de krant kreeg toestemming om zijn stoffelijk overschot te zien: “Het gezicht van de man ziet er nog goed uit, ook al is hij dood, en er is geen enkel teken van lijden te bespeuren”. Hij zei verder: “Hij heeft een vriendelijke gelaatsuitdrukking, en oogt opmerkelijk vredig.” In Londen werd in de Metropolitan Tabernacle een gebedsbijeenkomst gehouden. Deze bijeenkomst stond al op het programma. Er werd gebeden om Gods barmhartigheid opdat de griepplaag zou verdwijnen. De kleinzoon van koningin Victoria, prins Albert Victor, hertog van Clarence en Avondale, was gestorven aan de Russische griep. Charles Spurgeon, Jr. leed er ook aan. Het hele land was getroffen door de derde golf, die de dodelijkste bleek te zijn.
Op dinsdag 2 Februari om 5:00 uur werd Spurgeon’s lichaam uit het hotel overgebracht naar de kapel. Om 14:00 uur in de middag werd het lichaam opgebaard door zijn eigen arts en vriend, Dr. Fitzhenry. Het lichaam bleef in de kapel tot er meer instructies voor het vervoer zouden komen. Op woensdag 3 Februari om 15.30 werd zijn lichaam in een loden kist gelegd en goed verzegeld. De loden kist werd in een mooie kist van olijfhout geplaatst, gemaakt van de bomen van Mentone, waarna het deksel werd gesloten. De aanwezigen waren de heer Allison, diaken van de Tabernakel, die de kerk vertegenwoordigde, en de heer Harrald, die mevrouw Spurgeon en de familie vertegenwoordigde. Ook aanwezig waren Ds. Mr. Somerville, van de Schotse Presbyteriaanse Kerk waar de eerste herdenkingsdienst zou worden gehouden, Mr. Charles Palmar, Brits Vice-consul, Mr. Frank, Brits Pro-Consul, en de Commissaris van Politie. Om vier uur werden de zegels op de kist geplaatst door de Britse Vice-Consul en de Commissaris van Politie.
Op donderdag de 4 Februari om 8:30 ‘s morgens werd het lichaam van Spurgeon overgebracht naar de Scotch Presbyterian Church voor een dienst van 10:00 uur. Elke zitplaats was gevuld en velen bleven buiten, omdat ze niet meer binnen konden komen. Enkele bloemstukken van vrienden en de plaatselijke bevolking sierden de kapel, en op verzoek van mevrouw Spurgeon waren er palmtakken in overvloed te zien. Verschillende personen voerden het woord tijdens deze dienst. Ds. J. E. Somerville zou de volgende woorden uitspreken, “Een prins en een groot man in Israel is ons ontvallen… Charles Spurgeon behoorde niet alleen tot de Metropolitan Tabernacle, noch tot Londen, noch tot Engeland, maar tot alle Engelssprekende landen, en nog vele andere. Zijn werk op aarde is gedaan. Niet langer zal die zachte en wonderbaarlijke stem de mensen toespreken, noch zal de pen raad geven en verrukken. De arbeider rust. Het ‘zwaard’ van de strijder ligt stil, de ‘troffel’ is uit de hand van de werkman gevallen, want de Meester heeft gezegd: ‘KOM’.”
Er werd gebeden voor mevrouw Spurgeon die geen van de diensten kon bijwonen. Mr. Harrald bracht een boodschap van haar aan de rouwenden om voorgelezen te worden. “Als u hen iets van mij wilt zeggen, zeg dan: ‘Hij heeft al het goede gedaan…” Er kwamen telegrammen van de Prins en Prinses van Wales aan Mevr. Spurgeon, die tijdens de herdenkingsdienst zouden worden voorgelezen. D.L. Moody stuurde er een met een citaat uit Johannes 11:25-26. En er waren vele anderen. Aan het einde van de dienst werden Psalm 72 en 130 gezongen.
De lange reis terug naar Londen
Na de dienst, die een uur duurde, werd de kist naar het station gebracht voor de lange reis terug naar Londen. De rouwenden liepen naar het station achter de door paarden getrokken kist. Eenmaal aangekomen op het station, werd het tafereel gefotografeerd. Vanaf dit punt plaatsten ze de olijfhouten kist voor de veiligheid in een transportkist en laadden ze hem in de treinwagon. Het zou pas om 23:30 die avond naar Parijs vertrekken. Zijn lichaam werd niet uit het oog verloren. Zijn stoffelijk overschot werd door Dr. Fitzhenry naar Parijs begeleid, maar een sterfgeval in zijn familie noodzaakte hem te vertrekken. Een andere dokter begeleidde het lichaam naar het Kanaal om aan boord te gaan van het stoomschip de Seine. Mevrouw Spurgeon bleef de rest van de week in het hotel tot zij maandag op verzoek van vrienden naar het Palazzo Orengo, La Mortola bij Ventimiglia in Noord-Italië zou gaan. Daar zou zij een maand bij vrienden verblijven alvorens naar Londen terug te keren. De gebeurtenissen, waaronder het verlies van haar man, hadden hun tol geëist bij Susannah. Zij wist dat de verantwoordelijken haar verzoek zouden opvolgen en dat deden ze ook. Twee grote kisten met palmtakken uit Mentone zouden naar Londen worden verscheept om rond de kist van haar geliefde te worden gelegd. Van vrijdag de 5e tot en met zondag de 8e reisde de kist in een spoorwagon naar de haven van Dieppe om te worden overgeladen op het Stoomschip de Seine, op weg naar de haven van Newhaven. Door een grote vertraging in Parijs duurde de reis veel langer.
Aankomst in Londen
De Seine zou maandagochtend om 5.00 uur in Newhaven aankomen. Meer dan 100 mensen en vertegenwoordigers van de plaatselijke besturen van Newhaven en Seaford waren aanwezig. Terwijl de kist werd gelost, werd de transportkist verwijderd voordat hij op de trein richting Victoria Station in Londen werd gezet. Stukken van de kist werden verzameld door de toeschouwers, die meezongen met de hymne, “Forever with the Lord,” geleid door Ds. David Lloyd. Er werd gebeden door de Wesleyaanse predikant, Ds. Foster Smith. De trein reed naar Londen, en al snel was Spurgeon terug in zijn geliefde omgeving. De trein met het lichaam van de geliefde dominee arriveerde om 11:10 uur op het Victoria Station. Dit moet een prachtig gezicht zijn geweest. De gehele groep van diakenen en ouderlingen van de Metropolitan Tabernacle arriveerde in tien rijtuigen, getrokken door bruine paarden in de stromende stortregen. Het hemelgewelf opende zich, vermengd met de tranen van deze godvruchtige mannen en vrouwen. Zij die weende vonden het gepast dat de Engelse hemel ook zou wenen.
Vele andere rouwenden waren aanwezig, en de menigte verzamelde zich om te zien of het waar was wat zij gehoord hadden. Mr. Dongis, de begrafenisondernemer, was helemaal vanuit Parijs naar Londen gereisd. Op het station van Victoria waren ook aanwezig: Ds. James A. Spurgeon en zijn vrouw, Mr. Fullerton, Mr. Smith, en Mr. Charlesworth van het weeshuis. Dr. Pierson, die in de Tabernakel diende totdat Spurgeon weer gezond genoeg was om terug te keren, en Mr. Joseph Passmore, Spurgeon’s uitgever. Aangewezen mannen zetten de kist op hun schouders en plaatsten hem in de door paarden getrokken lijkkoets. De omstanders barstten in tranen uit, zowel mannen als vrouwen. Onmiddellijk vertrokken ze via een andere route door Londen, waar minder verkeer was. Inspecteur Hart ging samen met een paar politie-escortes voorop.
Gedenkdiensten in Londen
Ze arriveerden tegen 12:45 uur bij het Pastor’s College. Ondanks de zware regenbui verzamelde zich een grote menigte, die uit respect hun hoeden afnamen toen de kist in de grote zaal van het college werd gebracht. “Onmiddellijk werd er een korte en eenvoudige dienst gehouden, die werd bijgewoond door de kerkbestuurders en een paar uitgenodigde vrienden.” Om 13.00 uur waren de studenten en predikanten bijeen voor de eerste herdenkingsdienst in Londen. Dr. Pierson en Ds. J.A. Spurgeon leidden de dienst en verscheidene diakenen deden het gebed. De palmtakken werden rond de kist op de grond gelegd. Ook de bloemen, meegebracht uit Mentone, werden gebruikt tot er verse bloemen werden gebracht.
Tegen 15.00 uur ‘s middags was de zaal leeg en werd de tweede herdenkingsdienst, uitsluitend voor de familie, gehouden. Aanwezig waren Ds. John Spurgeon, de vader van Spurgeon, Rev. J. A. Spurgeon (broer), en Ds. Charles Spurgeon, Jr. (zoon), die ernstig ziek was. De drie getrouwde zusters van Spurgeon, Mevr. Jackson, Mevr. Page, en Mevr. Henderson en Mej. C. J. Spurgeon die ongehuwd was, plus verschillende nichten en neven. Die avond werd een gebedsbijeenkomst gehouden in de Tabernakel. Een van de liederen van de voorganger werd gezongen door Mr. Chamberlain, “Show Me Thy Face.” Om ongeveer 10 uur die avond tilden enkele studenten van het Pastors’ College hun geliefde mentor, leraar en voorganger op en droegen hem de Metropolitan Tabernacle binnen voor de publieke bezichtiging van de volgende dag.
Op dinsdagmorgen, gingen de deuren stipt om zeven uur open. Alles liep geordend. Door de beide gangpaden liep men twee aan twee wenend langs de kist, en hieven hun hoeden op toen ze huilend de zijdeuren van de Tabernakel uitgingen. De Londenaren kwamen uit alle klassen, armen, rijken, handelaars van allerlei slag en nog veel meer. De olijvenhouten kist was omringd door bloemen en palmtakken die uit Mentone waren meegebracht. Op de kist lag Spurgeon’s Bijbel opengeslagen met de tekst: “Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde; want Ik ben God en niemand meer.” Jesaja 45:22. De palmtakken stonden allemaal rond de kist met kleine labels eraan gebonden waarop speciale notities waren geschreven. Op die van Mevr. Spurgeon stond, “Met Christus, Die veel beter is.” Ik zal u volgen, mijn man. “Onsterfelijke liefde van de vrouw uwer jeugd.” Die van de heer Harrold luidde: “In dierbare herinnering aan mijn dierbaarste vriend op aarde, mijn geliefde voorganger en vader in het geloof, en goede soldaat van Jezus Christus, zijn wapendrager verlangt trouw te zijn tot in de dood, zoals ook zijn voorganger was.
Spandoeken op zowel de bovenste als de onderste galerij vermelden: “Ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb den loop geëindigd, ik heb het geloof behouden.” Op de bovenverdieping stond: “Deze dingen heb Ik tot u gesproken, bij u blijvende.” Om zeven uur die avond schatten de diakenen dat er 50 tot 60.000 mensen binnen waren geweest om hun respect te betuigen. Buiten de Tabernakel begonnen marktkramers meteen met het verkopen van Spurgeons portretten. De avond was voorbij, maar het werk nog niet. Dag en nacht werden er lange uren gemaakt om ervoor te zorgen dat alles in orde verliep, er was van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat veel te doen.
De dag en avond voor woensdag 10 februari, werd er alleen aan leden toegangskaartjes uitgedeeld voor de herdenkingsdienst van 11.00 uur. Het zou een grote familiebijeenkomst worden van bedroefde harten. Bedroefd omdat hun voorganger, vriend en leider die voor de waarheid stond gestorven was. Tijdens deze dienst sprak Dr. Angus, van het Regent’s Park College. Dr. Pierson zou aan de mensen een brief van Mevr. Spurgeon voorlezen. Verscheidene anderen zouden hun afscheidswoorden uitspreken. Het duurde niet lang, want het was al snel tijd om het heiligdom te verlaten voor de volgende dienst van 15.00 uur, die alleen bestemd was voor de predikanten en studenten uit alle kerkgenootschappen. Bijna 5.000 mensen zouden samenkomen. De hymne, “Come Let Us Join Our Friends Above” werd gezongen. Een verslag vermeldde, het was “indrukwekkend” om al die mannenstemmen te horen.
Ook deze dienst was spoedig afgelopen om plaats te maken voor de avonddienst van 19.00 uur die bestemd was voor evangelisatie werkers vanuit alle gezindten. Nu zou de dienst van 22.30 voor het grote publiek beginnen. Om 21:30 mochten degenen met kaartjes naar binnen. Tegen 22:00 uur was er bijna geen plaats meer vrij in de Tabernakel. Mr. Fullerton zou spreken over hoe miljoenen harten “bloedden om zijn verlies.” Mr. J. Manton Smith, een evangelist, zong “Rock of Ages.” Mr. Ira Sankey zong, “Only Remembered By What We Have Done.” Allen zouden die avond naar huis gaan met een bedroefd hart voor wat ze de volgende dag moesten doen.
De rouwstoet
De begrafenis vond plaats op donderdagmorgen 11 februari, en begon om 11.00 uur met de processie. Op het podium stond een borstbeeld van Spurgeon. Er was een harp en een anker gemaakt van bloemen, beide uit kerken in Ierland en Schotland. Twintig jongens uit het weeshuis stonden op het podium te zingen. De kerkbank van Mevr. Spurgeon werd bezet door Barones Angela Burdett-Coutts, een Britse filantroop. Leden van het Parlement, gemeentesecretarissen, de burgemeester en Ds. Charles Spurgeon, Jr. waren aanwezig. Er waren ook afgevaardigden van het Leger des Heils en te veel anderen om op te noemen.
Zij openden met het zingen van, “Servant Of God, Well Done.” Ds. J. W. Harrold ging voor in gebed en A. G. Brown las passages uit de Schrift. Een ander lied werd gezongen, “The Sands Of Time Are Sinking.” Dr. Pierson hield de grafrede. “De reusachtige ceder van Libanon is gevallen, en de klap van de ondergang schokte het hele land en echode over de hele wereld.” De laatste twee liederen werden gezongen: “Forever With The Lord.” Dit werd gezongen terwijl ze de kist met de open Bijbel door het gangpad, naar de deur van de Tabernakel droegen. Terwijl zij naar de rijtuigen vertrokken, werd het lied “Thou Are Gone To The Grave” gezongen. Duizenden mensen veegden met hun zakdoeken hun ogen af. Door hun tranen heen wierpen zij nog een laatste blik op de olijfkleurige kist die langs hen heen ging. Buiten de Tabernakel was er een dubbele rij politie om de menigte tegen te houden. Geen enkel voertuig, bus of tram mocht de stoet passeren toen deze eenmaal op gang was gekomen. De kist, gedragen door acht mannen, werd in de door paarden getrokken lijkkoets geplaatst. Vlak achter de lijkkoets stond Spurgeon’s lege koets. Bijna honderd rijtuigen zouden volgen. Veertig daarvan zouden voor leden van de familie zijn, bestuursleden van de Tabernakel, en opzichters van de instellingen die door hun leider waren gesticht. Achter de lege koets van Spurgeon bevonden zich zijn zoon, Charles, met zijn vrouw en Ds. A. G. Brown.
De klokken van de St. Mark’s kerk, Kennington, en de St. Mary’s kerk, Newington, luidden die middag van 11.00 tot 15.00 uur. Winkels waren gesloten, sommige etalages toonden portretten en spreuken. Vlaggen werden halfstok gehesen. De pubs waren gesloten. Er werd gezegd dat je in Londen geen drie vrouwen kon vinden die geen rouwkleding droegen. Toen de lijkwagen langs het Stockwell weeshuis reed, stonden de kinderen op een podium te zingen. Hun kleine harten waren gebroken, de meesten konden alleen maar huilen, ze voelden zich weer wees. De stoet vertrok om 12:30 onder leiding van twee agenten te paard. Achthonderd agenten uit verschillende divisies waren aanwezig om de weg naar de begraafplaats vrij te houden. Op die dag duurde het twee uur en vijf minuten om naar de begraafplaats van Norwood te gaan, die slechts vijf mijl van het Tabernacle lag (tegenwoordig een rit van dertig minuten met de auto).
De begrafenis
Alleen de eerste vijf rijtuigen werden toegelaten op het kerkhof. Voor de begrafenisdienst was een kaartje nodig. De studenten van het Pastors’ College en de predikanten van de instellingen waren samengekomen, ongeveer 10.000 man. Er verscheen een blauwe lucht boven hen, als een verwijzing naar het “heerlijke land daarboven”. Er werd gezegd dat terwijl mr. Brown sprak een duif uit de richting van de Tabernakel naar de tombe vloog. Verderop op een andere grafsteen zat een roodborstje te zingen. De aanwezigen zongen,
“Dear dying Lamb, Thy precious blood shall never lose its power,
till all the ransomed Church of God be saved to sin no more.”
Dr. Pierson bad en de Bishop van Rochester sprak de zegen uit. Op de plaquette van de kist stonden de volgende woorden:
In ever-loving memory of
CHARLES HADDON SPURGEON,
Born in Kelvedon, June 19, 1834,
Fell asleep in Jesus at Mentone, Jan. 31, 1892.
“I have fought a good fight, I have finished my course, I have kept the faith.”
De lange reis van Mentone naar Norwood Cemetery, ongeveer 839 mijl, was ten einde. De reis duurde bijna tweehonderdvijfenzestig uur en omvatte twee herdenkingsdiensten in Mentone, en zes herdenkingsdiensten in Londen.
Conclusie
Hij was trouw tot in de dood. Spurgeon was een trouwe voorganger, een trouwe leider, een trouwe vriend. Zijn bediening was op Christus gericht, God verheerlijkend tot eer van God, en altijd wijzend naar Jezus, als het enige middel tot verlossing. Hij was trouw aan de waarheid, aan Christus, en aan zijn geliefde vrouw. Spurgeon volhardde tot het einde.
Zijn leven was omringd door geweldige mensen die hem hielpen. Niet alleen zijn vrouw bleef tot het einde trouw aan zijn zijde, maar ook had hij mannen om zich heen die hem bijstonden vanaf de tijd dat hij nog een jonge knaap was, ook zij steunde hem tot aan het einde toe. Een goede kerkenraad is belangrijk om elk werk gedaan te krijgen. De kerkenraad stond hem altijd bij en nam veel van zijn werkzaamheden over wanneer hij rust nodig had.
Hij hield van zijn gemeente. Tot op het moment van zijn dood dacht hij aan hen. Op zijn sterfbed stuurde hij hen zelfs een dankbrief. En op hun beurt hielden zij van hem, zoals blijkt uit de overvloedige genegenheid op zijn begrafenis.
Hij hield ook veel van zijn vrouw. Hij beleefde de laatste drie maanden van zijn leven zoveel vreugde met Susannah. Charles Spurgeon gaf de Evangelie boodschap door aan zijn vrouw, dit werd jaren na Spurgeon’s dood duidelijk. Zoals Ray Rhodes schrijft: “Zesendertig jaar lang was Susie de gelukkige vrouw van Charles Haddon Spurgeon. Na Charles’ dood bleef Susie trouw aan God door haar dienst in het Boekenfonds, door te schrijven, en door haar ijver in het uitbreiden van de godvruchtige erfenis die Charles had achtergelaten.”