Belangende Jezus van Nazareth, hoe Hem God gezalfd heeft met de Heilige Geest en met kracht; Welke het land doorgegaan is, goeddoende, en genezende allen, die van de duivel overweldigd waren; want God was met Hem. Handelingen 10:38
Van de Heiland, en alleen van de Heiland, is het waar in de volste, breedste en diepste zin: ‘Welke het land doorgegaan is, goeddoende.’ Uit deze beschrijving blijkt duidelijk dat Hij persoonlijk goeddeed. De schrijvers van de Evangeliën vertellen ons voortdurend dat Hij de melaatsen met Zijn eigen vinger aanraakte, dat Hij de ogen van de blinden zalfde en dat Hij in de gevallen dat Hem gevraagd werd slechts een woord op afstand te spreken, Hij gewoonlijk niet toestemde, maar persoonlijk naar het ziekbed ging om de zieke te genezen. Dit is een les voor ons: als ons gevraagd wordt goed te doen, moeten we dat persoonlijk doen. ‘Hij heeft ons een voorbeeld nagelaten opdat we in Zijn voetstappen zullen volgen.’ Al vanaf het eerste moment dat goedheid met kwaad geconfronteerd werd, is ook wat de geestelijke ervaring betreft, altijd weer gebleken dat satan ons verhindert. Als we in het veld werken, zal hij ervoor zorgen dat de ploeg kapot gaat; als we een muur bouwen, zal hij de stenen laten vallen; als we God willen dienen in lijden of in de strijd, overal zal satan ons hinderen. Hij staat ons in de weg als we voor het eerst tot Christus komen. We hadden een zware strijd met satan te voeren toen we voor het eerst op het kruis zagen en tot leven kwamen. Nu we behouden zijn, probeert hij van alles om ons te verhinderen tot volle wasdom te komen. ‘Die meent te staan, zie toe dat hij niet valle.’