Ik ben dat levende Brood, Dat uit de hemel nedergedaald is; zo iemand van dit Brood eet, die zal in der eeuwigheid leven. En het brood, dat Ik geven zal, is Mijn vlees, hetwelk Ik geven zal voor het leven der wereld. Johannes 6:51
De Heere Jezus Christus is levend brood. Brood zoals wij dat van de bakker krijgen, is in zichzelf dood; en als u het naar dode lippen brengt, zijn dat twee dode dingen bij elkaar en werkt dat niets uit. Maar onze Heere Jezus Christus is het levende Brood en als Hij de dode lippen van een onwedergeboren zondaar aanraakt, wordt hij tot leven gewekt. Hij brengt het leven zelfs tot hen die dood zijn in de misdaden. Hij zegt: ‘Jongeman, sta op’, en dan komt hij van zijn baar overeind. Hij neemt het meisje bij de hand en zegt:’ Talitha kumi – Meisje, sta op’, en ze gaat zitten. Hij roept tot Lazarus die al riekt en zegt: ‘Lazarus, kom uit!’ en hij komt in zijn doodshemd uit het graf. Lazarus is uit het graf, uit de kilte van de dood gekomen. O, wat een wonderbare Christus is dit, Die niet alleen brood voor de levenden is, maar leven voor de doden!