En Jezus zeide tot hem: De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge. Mattheüs 8:20
Hoe vaak gebruikte onze Meester niet de titel ‘Zoon des mensen’! Als Hij gewild had, zou Hij altijd over Zichzelf gesproken kunnen hebben als de Zoon van God, de eeuwige Vader, de wonderlijke Raadsman, de Vredevorst, maar zie hoe nederig Jezus is! Hij geeft er de voorkeur aan Zichzelf de Zoon des mensen te noemen. Laten we in nederigheid deze les van onze Heiland ter harte nemen. Jezus had de mens zo lief dat Hij er behagen in schiep die te eren, en omdat het de hoogste eer, ja, de grootste waardigheid van de mens is dat Jezus de Zoon des mensen is, gebruikt Hij deze naam, om daarmee als het ware de mens koninklijke eretekens op de borst te spelden, om zo Zijn liefde voor Abrahams zaad te openbaren. Zoon des mensen – als Hij dat zei, zette Hij Adams kinderen een kroon op het hoofd. Jezus Christus noemde Zichzelf de Zoon des mensen om daarmee Zijn verbondenheid en Zijn ontferming met Zijn volk tot uitdrukking te brengen. Hij wil ons er zo aan herinneren dat Hij Iemand is Die we zonder enige vrees kunnen benaderen. Omdat Hij mens is, kunnen we Hem al ons verdriet en al onze moeiten voorleggen, want Hij kent ze uit eigen ervaring; Hij Zelf heeft als de Zoon des mensen geleden, zodat Hij in staat is ons te helpen en te troosten. Gezegende Jezus, U zij alle lof! U noemt Zichzelf met die zoete naam om daarmee aan te geven dat U onze oudste Broeder bent. Dat is voor ons een dierbaar teken van Uw genade, Uw nederigheid en Uw liefde.