Want gij zult niet met haast uitgaan, noch met der vlucht henengaan; want de HEERE zal voor uw aangezicht henentrekken, en de God van Israël zal uw achtertocht wezen. Jesaja 52:12
Geliefde vrienden, God is altijd met degenen die bij Hem schuilen. Als we op Hem vertrouwen dan zegt Hij: ‘Ik zal u niet begeven, en zal u niet verlaten.’ Voor degenen die in oprechtheid wandelen, zowel in de nacht van hun zorgen, als in de dag van hun blijdschap, is God op een bijzondere en vertrouwelijke manier aanwezig. We ervaren die aanwezigheid echter niet altijd zozeer dat we ons daar tenvolle in verheugen. God verlaat ons nooit, maar soms denken we dat wel eens. De zon schijnt altijd, maar we koesteren ons niet altijd in haar stralen. Soms treuren we over Gods afwezigheid – dit is een zeer bittere ervaring. Zoals Zijn aanwezigheid onze hoogste vreugde is, zo is Zijn afwezigheid onze diepste ellende. Als God ons niet toelacht, wie kan ons dan verblijden? Als Hij niet met ons is, dan falen de sterkste helpers en stellen de machtigen niets voor. Ik spreek nu over Gods aanwezigheid. U en ik weten wat een vreugde en blijdschap Gods aanwezigheid schenkt. Dat we de oneindige waarde daarvan nooit zullen leren ervaren door die te verliezen. Al zien we dan geen wolk- en vuurkolom, toch weten we dat God met ons is en dat wij door Zijn macht omgeven worden.