Zie, God is geweldig, nochtans versmaadt Hij niet; geweldig is Hij in kracht des harten. Job 36:5
Ieder van Gods heiligen wordt de wereld ingezonden om een deel van Gods hoedanigheid te tonen. In de hemel zullen we het grote boek van de ervaring van al Gods kinderen lezen en uit dat boek de hele goddelijke hoedanigheid leren kennen, zoals dat aangetoond en geïllustreerd is. Iedere christen is een openbaringen schouwspel van een of andere eigenschap van God. Ieder van ons kan een ander deel vertonen, maar als we het geheel combineren, als alle stralen bij wijze van spreken samenkomen in een grote zon die straalt in haar pracht, zullen we in de christelijke ervaring een schone openbaring van God zien. Waar de kerk ook is, daar is God. In Zijn genade en ontferming behaagt het God Zich neer te buigen vanuit de hoogste hemelen om te wonen in deze lagere hemel – de hemel van Zijn kerk. Het is hier, onder die huishouding van geloof, dat Hij Zich verwaardigt – laat ik het met de grootste eerbied zeggen – Zichzelf te ontspannen en vertrouwelijk om te gaan met degenen die Hem omringen en die Hij als Zijn familie aangenomen heeft. Daarbuiten kan Hij een verterend vuur zijn, maar als Hij in Zijn eigen huis komt, is Hij een en al genade, tederheid en liefde. Daarbuiten doet Hij grote werken van kracht; maar thuis in Zijn eigen huis doet Hij grote werken van genade.