Verblijdt u te allen tijd. 1 Thessalonicenzen 5:16
Dit is een verheugend voorschrift. Als we het lezen, voelen we dat de tijd is aangebroken waarin de vogels gaan zingen. Omdat Jezus geleden heeft, worden wij bemoedigd, bevolen en in staat gesteld ons te verblijden. Alleen de Man van smarten en Zijn verkoren apostel kunnen ons een dergelijk voorschrift geven: ‘Verblijdt u te allen tijd.’ Zalig het volk dat aldus vermaand kan worden! We behoren ons te verblijden dat er een gebod is om ons te verblijden. Ere zij de God der zaligheid, Die Zijn kinderen gebiedt blij te wezen. Wie kan bedroefd of zwijgzaam zijn als de stem van de Geliefde zegt: ‘Verblijdt u te allen tijd ? De Heere laat ons niet de keus om bedroefd of verblijd te zijn, maar Hij heeft ons nadrukkelijk geboden: ‘Verblijdt u te allen tijd.’ Er zijn sommige dingen die de ene keer moeten gebeuren en andere dingen een andere keer, maar ons verblijden moet te allen tijd, altijd en immer gebeuren. Dat uw leven mag overlopen van blijdschap. Uw blijdschap moet de orde van de dag zijn. Laat u door niets weerhouden om u ten zeerste te verblijden.