Er zijn tijden in onze geestelijke ervaring dat menselijke raad of sympathie, of godsdienstige verordeningen, falen om ons te troosten of te helpen. Waarom staat onze genadige God dit toe? Misschien is het omdat wij te veel zonder Hem hebben geleefd, en Hij daarom alles wegneemt waarvan wij gewoon waren afhankelijk te zijn, opdat Hij ons tot Zichzelf zou drijven. Het is een gezegende zaak om dicht bij de bron te leven, niets van onszelf te hebben om op te vertrouwen, maar te rusten op de verdiensten van Jezus. Geliefden, wanneer wij in een dorstige toestand worden gebracht, zullen wij ons zeker en gretig tot de bron des levens wenden.