Van de Verlosser, en van de Verlosser alleen, is het waar in de volste, breedste en meest onvoorwaardelijke zin dat Hij rond ging om goed te doen. Uit deze beschrijving blijkt duidelijk dat Hij persoonlijk goed deed. De evangelisten vertellen ons voortdurend dat Hij de melaatse met Zijn eigen vinger aanraakte, dat Hij de ogen van de blinden zalfde, en dat Hij slechts in sommige gevallen, waarin het Hem werd gevraagd, het woord op afstand sprak. Gewoonlijk voldeed Hij daar niet aan, maar ging Zelf naar het ziekbed en bracht daar persoonlijk de genezing teweeg. Een les voor ons is, dat als iemand goed wil doen, hij het zelf moet doen. Hij heeft ons een voorbeeld nagelaten, opdat wij in Zijn voetstappen zouden treden.