Een garnizoen is niet vrij van gevaar zolang er een vijand in zit. Je kunt al je deuren vergrendelen en al je vensters sluiten, maar als de dieven zelfs maar een klein kind binnen de deuren hebben geplaatst, dat de grendels voor hen kan opentrekken, is het huis nog steeds onbeschermd. Al de zee buiten een schip kan het geen schade berokkenen, totdat het water binnenkomt en het ruim vult. Het is dus duidelijk, dat ons grootste gevaar van binnenuit komt. Alle duivels in de hel en verzoekers op aarde zouden ons geen kwaad kunnen doen als er geen corruptie in onze natuur was. Helaas, ons hart is onze grootste vijand; dit is de kleine, zelf geboren dief.