De mens die zonder gebed leeft – de mens die met weinig gebed leeft – de mens die zelden het Woord leest – en de mens die zelden naar de hemel opkijkt voor een nieuwe invloed van boven – zal een mens zijn van wie het hart droog en onvruchtbaar zal worden; maar de mens die in het geheim een beroep doet op God – die veel tijd doorbrengt in het heilig verblijf – die zich verheugt om de woorden van de Allerhoogste te overdenken en zijn ziel aan Christus toevertrouwd – zo’n mens moet een overvloeiend hart hebben – en zoals het hart is, zal ook het leven zijn.