Ik vraag me af hoeveel godsdienst sommigen van ons zouden hebben als het allemaal zou afkoelen! Er lijkt nu een groot deel van te zijn terwijl we in een warme en gemoedelijke sfeer leven met onze vrienden en kameraden in het Evangelie. Stel dat we werden blootgesteld aan de beproeving van een sombere nacht, stel dat we werden weggenomen van de kerk waarvan we lid zijn en moeten leven in een omgeving waar we geen medechristenen hadden om mee te praten, ik vraag me af hoeveel van de inhoud en vurigheid van onze godsdienst we behouden! Het is prachtig hoe grote uiterlijkheden vaak verminderen en klein worden als de omstandigheden veranderen. Onthoud, christen, hetgeen u overhoudt in een dergelijke beproeving is het totaal dat u nu bezit. De rest dat er lijkt te zijn, stelt niets voor. Ik ben bang dat we soms denken dat we heel snel groeien, terwijl onze vooruitgang eigenlijk meer lijkt op de groei van de paddenstoel dan de groei van een eik. Wanneer de christen de tekenen niet ziet en vreest dat hij niet groeit, groeit hij vaak in genade. Het is een naar beneden groeien, hij wordt geworteld in nederigheid en krijgt een dieper inzicht in zijn eigen nietigheid en onwaardigheid en daarbij een hoger besef van de volheid en de goedertierenheid van zijn Heere. Zo groeit een christen echt.