Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten en den anderen liefhebben, of hij zal den enen aanhangen en den anderen verachten; gij kunt niet God dienen en den Mammon. Mattheüs 6:24
Een gelovige moet het geestelijke leven dat God hem heeft gegeven beschouwen als zijn kostbaarste bezit. Het is veel kostbaarder dan het gewone leven. Is de ziel niet oneindig veel meer waard dan het lichaam? Broeders en zusters, als we honger moeten lijden, laten we dan ons lichaam uithongeren en niet onze ziel. Laten we niet begerig zijn naar de dingen van deze wereld en nalatig zijn in de zaken van de toekomende wereld. Laten we ervoor zorgen dat het geestelijk leven in ons kan groeien. We moeten niet te lang wachten om haar in haar behoeften te voorzien. Hier is iemand die niet meer naar de doordeweekse samenkomsten gaat omdat hij zijn bedrijf nog succesvoller wil maken omdat hij koper en goud wil inkopen. Weer een ander hongert zijn ziel uit omdat hij niet meer naar die prachtige evangeliediensten komt omdat hij elders een hoger salaris kan krijgen. Hij ruilt fijn meel in voor kaf. Weer een ander houdt zich bezig met allerlei slecht gezelschap, terwijl hij weet dat het zijn karakter zal schaden en zijn ziel in gevaar zal brengen. O mens, heeft het eeuwige leven dat je beweert te bezitten zo weinig waarde in jouw ogen? Als dat zo is, dan moet ik je erop wijzen dat je het helemaal niet bezit. Hoe kun je zo dwaas zijn als de Heere je wijs heeft gemaakt door Zijn verlossing? Houd stevig vast aan het eeuwige leven, want dit is het voornaamste goed. ‘Zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden’ (Mattheüs 6:33).
In één jaar door de Bijbel: 1 Samuël 9 -12
