Weet toch, dat de Heere Zich een gunstgenoot heeft afgezonderd; de Heere zal horen, als ik tot Hem roep. PSALM 4:3
Je ziet, dat God godsvrucht in mensen onderscheidt. Er is veel schuim in ons allen, maar God kijkt naar het goud dat er in de erts is; als er goud in het erts zit, bewaart God de klomp vanwege het edelmetaal dat erin zit. Ik weet dat je niet volmaakt bent. Misschien treur je op dit moment wel over een grove zonde; als dat zo is, ben ik blij dat je de godsvrucht hebt die je doet treuren over de zonde. Ik weet dat je niet bent wat je wilt zijn, of zou moeten zijn. Toch vrees je de Heere, en je vertrouwt Hem, en je houdt van Hem. De Heere ziet dit alles en Hij weet dat er in jou iets goeds gevonden is. Hij werpt je zonde achter Zijn rug, datgene wat voortkomt uit Zijn eigen genade, dat bewaart Hij voor Zichzelf, Hij bewaart jou voor Zichzelf vanwege het goede dat in je is. Ik merk in de Schrift op dat hoewel Gods volk wordt beschreven als een zeer gebrekkig volk, en hoewel de Heere nooit licht over de zonde denkt, Hij toch altijd zeer zachtaardig voor hen is. Als er iets goeds in hen is, brengt Hij het naar voren, Hij is zeer genadig voor hen; en Zijn liefde werpt een mantel over duizend van hun fouten en vergissingen.