Als zijn ziel zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien. Jes. 53:10
Onze Heere Jezus is niet tevergeefs gestorven. Zijn dood was een offer: Hij stierf als onze Plaatsbekleder, want de dood was de straf voor onze zonden; en omdat zijn plaatsbekleding door God werd aanvaard, heeft Hij hen, voor wie Hij zijn ziel tot een schuldoffer stelde, gered. Door de dood werd Hij gelijk de tarwekorrel, die veel vrucht voortbrengt. Er moest een geslacht van kinderen volgen op Jezus; Hij is “de Vader der eeuwigheid”. Hij zal zeggen: “Zie Ik, en de kinderen, die Gij mij hebt gegeven”. Een man wordt geëerd in zijn zonen, en Jezus heeft zijn pijlkoker vol met deze pijlen van de Machtige. Een man wordt vertegenwoordigd in zijn kinderen, en dat wordt Christus door de christenen. Het leven van een man lijkt te worden verlengd en uitgebreid in zijn zaad en zo wordt het leven van Jezus voortgezet in de gelovigen. Jezus leeft, want Hij ziet Zijn zaad. Hij vestigt Zijn oog op ons, Hij heeft vermaak in ons, Hij erkent ons als de vrucht van de arbeid van Zijn ziel. Laten wij er blij om zijn, dat onze Heere nooit ophoudt zich te verheugen in het resultaat van Zijn ontzettend offer en dat Hij nooit zal ophouden Zijn ogen te doen genieten van de oogst van zijn dood. Die ogen, die eenmaal om ons weenden, aanschouwen ons nu met blijdschap. Ja, Hij ziet op hen, die naar Hem zien. Onze ogen ontmoeten elkaar. Wat een vreugde is dit!