Bijbels Dagboek, C.H. Spurgeon
“Voor Iedere Avond”
Doe mij uitgaan uit het net, dat zij voor mij verborgen hebben, want Gij zijt mijn sterkte. Psalm 31:5
Onze geestelijke vijanden behoren tot het zaad van de slang, en trachten ons door list te vangen. het gebed, van onze aandacht heden avond voorgelegd, veronderstelt de mogelijkheid, dat de gelovige gevangen wordt als een vogel. Zo vaardig verricht de vogelvanger zijn werk, dat de onnozele spoedig door het net zijn ingesloten. De tekst vraagt dat de gevangene zelfs uit Satans strikken verlost mag worden; dit is een betamelijk gebed, dat verhoord kan worden; uit de muil van leeuwen uit de diepten van de hel kan de eeuwige liefde de heilige verlossen. Niet zonder moeite wordt een ziel uit het net van de verzoekingen gered en er is sterke inspanning nodig om een mens uit de strikken van boosaardige list te rukken; maar de Heere is machtig uit elke nood te redden, en geen netten van de vogelvanger, al worden zij met de meeste list gespannen, kunnen immer ‘s Heeren uitverkorenen houden. Wee diegenen, die zo grote vaardigheid bezitten om netten te spannen; die anderen verleiden, zullen zeker worden verdelgd. Want Gij zijt mijn sterkte. Welk een onuitsprekelijke zaligheid ligt erin deze weinige woorden opgesloten. Hoe vreugdevol kunnen wij moeilijkheden verduren, en hoe blijmoedig lijden verdragen, wanneer wij door hemelse kracht worden versterkt. Goddelijke kracht zal al het werk van onze vijanden verbreken, hun listige aanslagen te schande maken en hun snode lagen verijdelen; gelukkig hij, die zulke onvergelijkelijke kracht aan zijn zijde heeft. Onze eigen kracht zou van luttel dienst zijn, waar wij gewikkeld zijn in de netten van de listige boosaardigheid, maar ‘s Heeren kracht faalt nimmer; wij hebben haar slechts in te roepen, en wij zullen ondervinden, dat zij ons steeds nabij is. Als wij door het geloof ons vertrouwen alleen stellen op de machtigen God van Israel, mogen wij ons vertrouwen gebruiken als een pleitgrond voor de verhoring van onze bede. Arm en zwak, beproefd, verzocht, Komen wij tot U gevloden; Maak ons nederig, stil en klein; Red ons, Heer, uit onze noden.