En Jakobs overblijfsel zal zijn in het midden van vele volken, als een dauw van den Heere, als droppelen op het kruid, dat naar geen man wacht, noch mensenkinderen verbeidt. Micha 5: 6
Als dit waar is voor het letterlijke Israël, is het veel meer waar voor het geestelijke Israël, het gelovige volk van God. Wanneer heiligen zijn wat ze moeten zijn, zijn ze een ontelbare zegen aan degenen onder wie zij verstrooid zijn. Zij zijn als de dauw; Op een stille, onopvallende manier verfrissen zij hen die rondom hen zijn. In stilte, maar effectief dragen zij bij aan het leven, de groei en de vreugde van degenen die bij hen wonen. Ze komen vers uit de hemel, glinsterend als diamanten in de zon, gezegende mannen en vrouwen kijken naar de zwakke en onbeduidende mensen om, totdat elk grassprietje zijn eigen druppel dauw heeft. Hoewel zij als afzonderende personen gering zijn, zijn zij verenigd, volmaakt voor de liefde, die de HEERE door hen vervult. Dauwdruppels bereiken en verfrissende de akkers en velden. Heere, maak ons als de dauw! Godvrezende mensen zijn als regenbuien die op Gods verzoek komen zonder goedkeuring of toelating van de mens. Zij werken voor God of men het nu verlangt of niet; Zij vragen niet meer de menselijke toestemming dan de regen doet. Heere, maak ons moedig, bereidvaardig en moedig in Uw dienst wat onze bestemming ook is.