En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik sterf; maar God zal u gewisselijk bezoeken, en Hij zal u doen optrekken uit dit land, in het land, hetwelk hij
aan Abraham, Izak en Jakob gezworen heeft. Genesis 50:24
Door Jozef werd Gods voorzienigheid tastbaar voor zijn broers. Al onze Jozefs sterven en duizenden vertroostingen sterven met hen. Egypte was voor Israël nooit meer hetzelfde, nadat Jozef gestorven was. Ook kan de wereld voor sommigen van ons niet meer zijn wat zij was, toen onze geliefden nog leefden. Maar let erop, hoe het verdriet over die droevige dood werd verlicht! Zij hadden een belofte dat de levende God hen zou bezoeken. Een bezoek van de Heere! Wat een gunst! Wat een troost! Wat een hemel op aarde! Heere, breng me vandaag een bezoek. Ook al ben ik het inderdaad niet waard dat U onder mijn dak zou inkomen. Maar er werd nog meer beloofd. De Heere zou hen doen optrekken. Ze zouden in Egypte een koud welkom ontvangen, na de dood van Jozef. Het zou voor hen zelfs een huis van slavernij worden. Maar dat zou niet voor altijd zo zijn. Ze zouden er door goddelijke bevrijding uit optrekken en naar het land van de belofte gaan. Je zult hier niet altijd huilen. Je zult thuisgehaald worden in het heerlijke land, om je bij je dierbaren te voegen. Daarom: ‘Vertroost elkander met deze woorden’.