Maar Ik zeg u: Van nu aan zult u de Zoon des mensen zien zitten aan de rechterhand van de kracht van God en zien komen op de wolken van de hemel. Matteüs 26:64
Ach, Heere, U was in Uw laagste staat, toen U voor Uw vervolgers werd gebracht om als een misdadiger te staan! Toch konden de ogen van Uw geloof over de toenmalige vernedering zien op Uw toekomstige glorie. Wat zijn dit heerlijke woorden: ‘Van nu aan!’ Ik zou Uw heilige vooruitziendheid na willen volgen, en in het midden van armoede, ziekte of laster zou ik ook willen zeggen: ‘Van nu aan‘. In plaats van zwakte, hebt U alle macht; In plaats van schaamte, alle glorie; In plaats van spot, alle aanbidding. Uw kruis heeft niet de pracht van Uw kroon verduisterd, en het speeksel heeft de schoonheid van Uw gezicht niet verbroken. Ik zeg, eerder, U bent meer verheven en vereerd door Uw lijden. Dus, HEERE, ik wil ook moed uit het ‘Van nu aan‘ putten. Ik zou de tegenwoordige zorgen vergeten door de toekomstige triomf. Help mij door mij te leiden in de liefde van Uw Vader en in Uw eigen geduld, zodat ik, wanneer ik vanwege Uw Naam uitgelachen en bespot word, niet zal wankelen, maar meer en meer aan het hiernamaals mag denken en minder aan vandaag. Ik zal snel bij U zijn en Uw glorie zien. Daarom schaam ik mij niet, maar zeg ik uit het diepste van mijn ziel: “Van nu aan.”