Bidden in het veld
15 augustus
Geroepen heiligen
5 juli
Wanneer een kind wegloopt van zijn huis omdat het een wrede ouder heeft, is het te begrijpen, maar wat zullen we zeggen als het kind een tedere moeder en een aanhankelijke vader verlaat? Als het schaap een kaal veld verlaat om de benodigde weidegrond te zoeken, wie zal het dan ongelijk geven? Maar als het de groene weiden verlaat en de stille wateren verlaat om over het dorre zand te zwerven, of om in het bos tussen de wolven te blaten, te midden van het gevaar, wat een dwaas schepsel bewijst het te zijn! We hebben een troon achtergelaten voor een mesthoop! Dat is onze dwaasheid geweest. We hebben goud achtergelaten voor afval. We hebben scharlaken en fijn linnen weggedaan voor vodden en armoede! We hebben een paleis verlaten voor een krot! We zijn van het zonlicht in de duisternis gegaan! We hebben het schijnsel van de zon der rechtschapene, het zoete zomerweer van de gemeenschap, het gezang van de vogels van de belofte, de zachte stem van de Goddelijke Geest, de bloei van de rozen en de schone lelies van Goddelijke liefde verlaten, om te rillen van de kou in bevroren gebieden tussen de ijsgrotten en sneeuw, in afwezigheid ...
U kunt grote en grove fouten in anderen zien, maar, mijn lieve lezer, zorg ervoor dat u elke morgen in het spiegelglas kijkt en u zult nog meer fouten zien. Als u deze fouten niet ziet dan zijn uw ogen zwak. En als dat spiegelglas u uw eigen hart zou tonen, zou u nooit meer durven kijken, ik vrees dat u zelfs het glas zou breken. De oude John Berridge¹, zo vreemd als hij was, had een aantal afbeeldingen van verschillende predikers rond zijn kamer hangen. Maar hij had ook een spiegel, waarvan de lijst, precies hetzelfde was als alle andere lijsten van de afbeeldingen. Hij nam zijn vriend mee naar de kamer en zei: "Dat is Calvijn, dat is John Bunyan," en toen hij hem meenam naar de spiegel, voegde hij eraan toe: "en dat is de duivel." "Waarom," vroeg de vriend hem, "ik ben het!" "Ach", zei hij, "er is een duivel in ons allemaal." Omdat we zo onvolmaakt zijn, zouden we niet moeten oordelen over anderen. ¹ John Berridge, (1 maart 1716 - 22 januari 1793) was een anglicaanse evangelische revivalist en hymnist.
Zodra sommige mensen met een opgewonden temperament hun gekoesterde wonderverhaal gaan vertellen, kunt u verwachten dat ze u gaan vertellen dat ze een stem hebben gehoord, of een visioen hebben gezien, of hiervan onder de indruk waren. Dit alles kan waarheid of verbeelding zijn, in overeenstemming met de geloofwaardigheid en het gezonde verstand van de spreker. Het kan een connectie hebben met hun bekering, want er bestaat geen twijfel over dat velen onder de indruk zijn geweest van dromen. En ik durf zelfs te zeggen door visioenen en stemmen. De eerste religieuze gedachten van veel mensen zijn in hen gewekt door vreemde indrukken, er mag om deze dingen niet worden gelachen. Of het nu ingevingen van de verbeelding zijn of niet, het interesseert me niet, zolang de geest van de mens wakker geschut is, doet de manier waarop er weinig toe. Maar als iemand zal zeggen dat de ervaring van enkelvoudige indrukken of opmerkelijke emoties bewijst dat mensen gelovig zijn, moet ik het meest ernstig en plechtig afwijzen, helaas! Er zijn er duizenden geweest die beweren engelen te hebben gezien die nu met duivels zijn. En ik twijfel er niet aan dat er duizenden zijn die hebben gevochten met duivels ...
We hebben gehoord van vele hulpmiddelen om harde harten te verzachten, maar geen van hen heeft geholpen. Ik ken predikers die het fijn vinden om te prediken over de tranen van een moeder en de grijze haren van een vader, van stervende kinderen en hulpvaardige zusters. Ik geloof dat dit allemaal goede onderwerpen zijn, maar er worden geen harten van steen in vlees veranderd door alleen over dingen te spreken die de natuurlijke emotie opwekken. U kunt een man laten huilen over zijn dode kind, of over zijn overleden vrouw, tot zijn ogen rood zijn, maar zijn hart zal donker blijven voor het enige nodige. De harten van mensen worden door een hele andere tussenkomst veranderd dan door mooie woorden en verhalen die de natuurlijke gemoedstoestanden prikkelen. Ik geef stellig toe dat dergelijke verhalen hun eigen sfeer hebben, maar voor de vernieuwing van het hart wordt een veel effectiever middel gezocht dan natuurlijke emotie. Er staat geschreven: "Ik zal het stenen hart uit hun vlees wegnemen, en zal hun een vlesen hart geven (zie Ezechiël 11:19)." Dit geheim is het enige effectieve middel dat een mens zal bekeren.
De wanhoop fluistert: "Wie zal de steen voor de opening van het graf verwijderen?" Maar de blijmoedigheid wijst naar de opgestane Verlosser en naar de steen die reeds is verwijderd. Wanhoop komt amper in beweging terwijl de blijmoedigheid het plan al heeft uitgewerkt. Wanhoop geeft het op bij de allereerste ontmoediging, maar blijmoedigheid zingt van het succes dat nog moet komen. De wanhoop heeft een gebroken hart vanwege de harde harten van de mensen, maar blijmoedigheid herinnert zich de macht van de eeuwige hamer die het stenen hart in stukken kan breken. Een verdrietig hart treurt om zijn eenzaamheid, zacht murmurerend over zijn harde lot, maar het dappere hart verblijft bij de troon van genade en doet zijn mond wijd open, zodat God hem kan vullen. U kunt de Heere beter dienen wanneer u blijmoedig bent en Hem prijst, terwijl u voor Hem arbeid.
© Het Spurgeon Archief